Geschick: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Geschick:
- destinataire; destin; destinée; récepteur; sort; fatalité
- péripéties; aventures
Wiktionary:
- Geschick → sort, destinée, fortune
- Geschick → sort, destinée, destin

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschick (Duits) in het Frans

Geschick (Empfänger; Adressat; Schicksal; Los; Los des Lebens)
le destinataire; le destin; la destinée; le récepteur; le sort
- destinataire [le ~] zelfstandig naamwoord
- destin [le ~] zelfstandig naamwoord
- destinée [la ~] zelfstandig naamwoord
- récepteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- sort [le ~] zelfstandig naamwoord
Geschick (Schicksal)
la fatalité; le destin; le sort
- fatalité [la ~] zelfstandig naamwoord
- destin [le ~] zelfstandig naamwoord
- sort [le ~] zelfstandig naamwoord

die Geschick (Schicksale)
la péripéties; l'aventures
- péripéties [la ~] zelfstandig naamwoord
- aventures [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aventures	Geschick; Schicksale	Abenteuer; Gefahren
destin	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal	Los des Lebens; Schicksal
destinataire	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal	Adressat; Empfänger
destinée	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal	Los des Lebens; Schicksal
fatalité	Geschick; Schicksal	Elend; Katastrophe; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unglück
péripéties	Geschick; Schicksale	Gefahren
récepteur	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal	Adressat; Empfänger; Senke; Telefonhörer
sort	Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal	Los des Lebens; Schicksal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
récepteur		rezeptiv

Geschick

noun

Geschick

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Geschick	→ sort; destinée; destin	↔ fate — that which predetermines events