Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Abschied

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Abschied

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Abschied:
- adieu; congé; renvoi
Wiktionary:
- Abschied → séparation
- Abschied → congé, adieu, au revoir

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschied (Duits) in het Frans

Abschied:

Abschied [der ~] zelfstandig naamwoord

der Abschied
l'adieu
- adieu [le ~] zelfstandig naamwoord
der Abschied (Diensentlassung)
le congé; le renvoi
- congé [le ~] zelfstandig naamwoord
- renvoi [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abschied:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adieu	Abschied
congé	Abschied; Diensentlassung	Ausstoß; Ausstoßung; Bildungsurlaub; Entlassung; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Feiertag; Ferien; Kündigung; Mietskündigung; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag
renvoi	Abschied; Diensentlassung	Abdanken; Abdankung; Ansprache; Aufstoßen; Aufstoßer; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Empfehlung; Empfehlungen; Empfehlungsbrief; Empfehlungsschreiben; Entlassung; Erwähnung; Kündigen; Meldung; Mitteilung; Referenz; Rülps; Rülpser; Verlautbarung; Verweisung; Verzeichnung
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adieu		lebewohl

Synoniemen voor "Abschied":

Auseinandergehen; Entlassung; Lebewohl; Trennung; Weggang
Abschiednehmen; Abschiedsakt; Verabschiedung
Ableben; Exitus; Lebensende; Sterben; Tod; Lebensabschnitt

Wiktionary: Abschied

Abschied

noun

Handlung, mit der man sich von jemand oder etwas trennt (= verabschieden)
- Abschied → séparation

Cross Translation:

From	To	Via
• Abschied	→ congé	↔ leave — departure
• Abschied	→ adieu; au revoir	↔ parting — farewell
• Abschied	→ adieu	↔ afscheid — een begroeting bij het elkaar verlaten