Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Vorteil

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Vorteil

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Vorteil:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vorteil (Duits) in het Frans

Vorteil:

Vorteil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Vorteil (Nutzen; Gewinn; Profit)
    le bénéfice; le gain; l'avantage; l'utilité; le profit; le rendement; la productivité
  2. Vorteil (Brauchbarkeit; Sinn; Utilität; )
    l'avantage; le profit; l'utilité
    • avantage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • profit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • utilité [la ~] zelfstandig naamwoord

Vorteil [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Vorteil (Profit)
    l'avantage; l'aubaine
    • avantage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • aubaine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vorteil

  1. Vorteil
    l'avantage

Vertaal Matrix voor Vorteil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aubaine Profit; Vorteil Erfolg; Extraprofit; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glückseligkeit; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Gücksfall; Okkasion; Schnäppchen; Schpitzenschlager; Treffer; Vermögen; Zufallstreffer; das glücklich sein; gefundene fressen; glückliche Zufall; kleine Profit; kleiner Profit; unerwartete Glück; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
avantage Anwendbarkeit; Brauchbarkeit; Gewinn; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verwendbarkeit; Vorteil Bedeutung; Bezug; Brauchbarkeit; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Oberhand; Pluspunkt; Profit; Sinn; Verdienst; Verwendbarkeit
bénéfice Gewinn; Nutzen; Profit; Vorteil Begünstigung; Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
gain Gewinn; Nutzen; Profit; Vorteil Bezug; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst
productivité Gewinn; Nutzen; Profit; Vorteil Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitsleistung; Erlös; Ertrag; Geschäftigkeit; Gewinn; Leistung; Leistungsfähigkeit; Produktivität; Tatkraft; Tätigkeit; Vermögen
profit Anwendbarkeit; Brauchbarkeit; Gewinn; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verwendbarkeit; Vorteil Ausbeutung; Bezug; Brauchbarkeit; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Profit; Sinn; Verdienst; Verwendbarkeit; Verwertung
rendement Gewinn; Nutzen; Profit; Vorteil Arbeitsleistung; Ausübung; Effektivität; Erlös; Ertrag; Gewinn; Großtat; Leistung; Produktivität; Verrichtung; Vollziehung; Wirksamkeit; Zweckmäßigkeit
utilité Anwendbarkeit; Brauchbarkeit; Gewinn; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verwendbarkeit; Vorteil Anwendbarkeit; Bedeutung; Brauchbarkeit; Nützlichkeit; Ratsamkeit; Sinn; Utilität; Verwendbarkeit; Wünschenwertheit

Synoniemen voor "Vorteil":


Wiktionary: Vorteil

Vorteil
noun
  1. positiver Aspekt oder Effekt einer Sache
Vorteil
noun
  1. Utilité, profit, faveur, bénéfice.
  2. Supériorité.
  3. Succès militaire, victoire.
  4. commerce|fr gain, profit.
  5. Ce qui importe aux personnes concernées
Cross Translation:
FromToVia
• Vorteil → avantage ↔ advantage — any condition, circumstance, opportunity, or means, particularly favorable to success
• Vorteil → avantage ↔ advantage — superiority; mastery
• Vorteil → avantage; bénéfice ↔ benefit — advantage, help or aid
• Vorteil → avantage ↔ voordeel — (tennis)
• Vorteil → avantage ↔ baat — iets met een gunstig effect

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Vorteil







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0880 seconde
Page rendered in 1.0 seconds