Duits
Uitgebreide vertaling voor Mittel (Duits) in het Frans
mittel:
Vertaal Matrix voor mittel:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| média | mittel | Kommunikationsmittel; Media; Medien |
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| moyen, ne | mittel |
Mittel:
Vertaal Matrix voor Mittel:
| Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| Moyenne | Mittel |
Synoniemen voor "Mittel":
Wiktionary: Mittel
Mittel
Cross Translation:
noun
Mittel
noun
-
objet construire permettant d'exécuter une action.
-
Précaution, moyen qu’on prend pour arriver au but.
-
instrument dont les artisans, les jardiniers, etc., se servir pour leur travail.
-
résultat créatif de l’activité humaine.
-
Traductions à trier suivant le sens
-
Objet pour les arts (2)
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Mittel | → moyen | ↔ mean — method by which something is done |
| • Mittel | → moyenne | ↔ mean — intermediate value |
| • Mittel | → ressource | ↔ resource — something that one uses to achieve an objective |
| • Mittel | → médicament | ↔ middel — iets dat wordt aangewend om ziekte, ongesteldheid te bestrijden |
| • Mittel | → ressources | ↔ middel — geld, bezit |
| • Mittel | → moyen | ↔ middel — iets met behulp waarvan een doel bereikt kan worden |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van Mittel
Frans
Uitgebreide vertaling voor Mittel (Frans) in het Duits
Mittel: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- mité: pockennarbig
- tel: derartig; solch; dergleichen
- mettre: stellen; einstellen; herstellen; setzen; legen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; anbringen; einordnen; hinlegen; hinstellen; unterbringen; installieren; abstreifen; einrücken; austreiben; stationieren; beisetzen; gruppieren; anlegen; anziehen; kleiden; ankleiden; sichanziehen; bergen; ablagern; deponieren; wegbergen; lagern; aufheben; bewahren; aufbewahren; niederlegen; bauen; einrichten; herbeiführen; anrichten; schalten; stecken; vergeben; verlegen; festhalten; fügen; brühen; heften; betten; befestigen; einteilen; einweisen; anbinden; schlingen; verankern; laichen; dokumentieren; festmachen; festbinden; anketten; unteraus legen; zumachen; zuziehen; dienen; auftragen; bedienen; servieren; auftischen; umtun; umbinden; geben; einsetzen; vornehmen; eintreten; plazieren; vormachen; heucheln; postieren; vorbinden; vortun; etwas hinlegen
Computer vertaling door derden: