Instrument: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Instrument:
- Wiktionary:
  Instrument → instrument
  Instrument → appareil, stratagème, manœuvre, ruse, artifice, instrument, outil
- Synoniemen voor "Instrument":
  Arbeitsgerät; Betriebsmittel; Hilfsmittel
  Gerätschaft; Werkzeug; Arbeitsergebnis; Artefakt; Handlungsprodukt; Opus; Werk
  Musikinstrument; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
  Maßnahme; Mittel

Frans naar Duits: Meer gegevens...

instrument:
- Werkzeug; Gerät; Handwerkzeug; Apparat; Apparatur
Wiktionary:
- instrument → Mittel, Werkzeug, Musikinstrument, Instrument
- instrument → Musikinstrument, Instrument

Duits

Uitgebreide vertaling voor Instrument (Duits) in het Frans

Instrument:

Synoniemen voor "Instrument":

Arbeitsgerät; Betriebsmittel; Hilfsmittel
Gerätschaft; Werkzeug; Arbeitsergebnis; Artefakt; Handlungsprodukt; Opus; Werk
Musikinstrument; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
Maßnahme; Mittel

Wiktionary: Instrument

Instrument

noun

Musik: Gerät zum Musizieren
- Instrument → instrument
feines, kompliziertes Werkzeug; Gerät für wissenschaftliche Messungen oder Untersuchungen
- Instrument → instrument

Cross Translation:

From	To	Via
• Instrument	→ appareil	↔ device — piece of equipment
• Instrument	→ stratagème; manœuvre; ruse; artifice	↔ device — project, stratagem, artifice
• Instrument	→ instrument	↔ instrument — music device
• Instrument	→ outil	↔ tool — mechanical device intended to make a task easier
• Instrument	→ outil	↔ tool — equipment used in a profession
• Instrument	→ instrument	↔ instrument — verkort voor muziekinstrument

Computer vertaling door derden:

Frans

Uitgebreide vertaling voor Instrument (Frans) in het Duits

instrument:

instrument [le ~] zelfstandig naamwoord

l'instrument (outils; outillage; instruments; ustensiles; outil)
Werkzeug; Gerät; Handwerkzeug
- Werkzeug [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gerät [das ~] zelfstandig naamwoord
- Handwerkzeug [das ~] zelfstandig naamwoord
l'instrument (appareil; truc; machine; engin; outil; objet; gadget)
der Apparat; die Apparatur
- Apparat [der ~] zelfstandig naamwoord
- Apparatur [die ~] zelfstandig naamwoord
l'instrument (dispositif; appareil; matériel; outil)
die Apparatur; Gerät; der Apparat
- Apparatur [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerät [das ~] zelfstandig naamwoord
- Apparat [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor instrument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Apparat	appareil; dispositif; engin; gadget; instrument; machine; matériel; objet; outil; truc	appareil; objet d'usage courant
Apparatur	appareil; dispositif; engin; gadget; instrument; machine; matériel; objet; outil; truc
Gerät	appareil; dispositif; instrument; instruments; matériel; outil; outillage; outils; ustensiles	appareil; article; camelote; chose; machine; objet; produit; périphérique; truc; téléphone cellulaire; téléphone mobile
Handwerkzeug	instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles
Werkzeug	instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles

Synoniemen voor "instrument":

accessoire; outil; complément; ustensile; objet; praticable; bras; aide; défenseur; manoeuvre; adjoint; engin; machine; appareil; arme; organe; dispositif; moteur; locomotive

Wiktionary: instrument

instrument

noun

objet construire permettant d'exécuter une action.
- instrument → Mittel; Werkzeug

instrument

noun

Technik: allgemeines Mittel oder Gerät, um Dinge herzustellen, zu reparieren etc.
- Werkzeug → instrument; outil
Musik: manuelle, klangerzeugende Apparatur auf der Musik gespielt wird
- Musikinstrument → instrument; instrument de musique
Musik: Gerät zum Musizieren
- Instrument → instrument
feines, kompliziertes Werkzeug; Gerät für wissenschaftliche Messungen oder Untersuchungen
- Instrument → instrument

Cross Translation:

From	To	Via
• instrument	→ Musikinstrument; Instrument	↔ instrument — music device
• instrument	→ Musikinstrument; Instrument	↔ instrument — verkort voor muziekinstrument

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Instrument

Uitgebreide vertaling voor Instrument (Duits) in het Frans

Instrument:

Synoniemen voor "Instrument":

Wiktionary: Instrument

Uitgebreide vertaling voor Instrument (Frans) in het Duits

instrument:

instrument [le ~] zelfstandig naamwoord

l'instrument (outils; outillage; instruments; ustensiles; outil)

l'instrument (appareil; truc; machine; engin; outil; objet; gadget)

l'instrument (dispositif; appareil; matériel; outil)

Vertaal Matrix voor instrument:

Synoniemen voor "instrument":

Wiktionary: instrument

instrumenté:

Synoniemen voor "instrumenté":

Verwante vertalingen van Instrument