Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: zerstreut

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: zerstreut

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

zerstreuen:
- divertir; entretener
Wiktionary:
- zerstreut → distraído
- zerstreut → distraído, abstraído, olvidadizo, descuidado
- zerstreuen → dispersar
- zerstreuen → disipar, dispersar, distraer, propagar, desparramar, difundir, esparcir

Duits

Uitgebreide vertaling voor zerstreut (Duits) in het Spaans

zerstreut:

Synoniemen voor "zerstreut":

gedankenlos; geistesabwesend; konfus
auseinander getrieben; diffundiert; diffus; diversifiziert; verteilt
schusselig; vergesslich
dement; senil

Wiktionary: zerstreut

zerstreut

adjective

geistig abwesend, nicht auf eine Sache konzentriert
- zerstreut → distraído

Cross Translation:

From	To	Via
• zerstreut	→ distraído	↔ absent-minded — absent in mind
• zerstreut	→ distraído; abstraído	↔ verstrooid — geestelijk afgeleid
• zerstreut	→ olvidadizo	↔ vergeetachtig — niet goed kunnen onthouden
• zerstreut	→ descuidado	↔ distrait — Qui n’a pas d’attention à ce qu’il dit ou à ce qu’il fait, qui n’est pas à ce qu’on lui dit.

zerstreuen:

zerstreuen werkwoord (zerstreue, zerstreust, zerstreut, zerstreute, zerstreutet, zerstreut)

zerstreuen (amüsieren; unterhalten; ablenken; ableiten)
divertir; entretener
- divertir werkwoord
- entretener werkwoord

Conjugations for zerstreuen:

Präsens

zerstreue
zerstreust
zerstreut
zerstreuen
zerstreut
zerstreuen

Imperfekt

zerstreute
zerstreutest
zerstreute
zerstreuten
zerstreutet
zerstreuten

Perfekt

habe zerstreut
hast zerstreut
hat zerstreut
haben zerstreut
habt zerstreut
haben zerstreut

1. Konjunktiv [1]

zerstreue
zerstreuest
zerstreue
zerstreuen
zerstreuet
zerstreuen

2. Konjunktiv

zerstreute
zerstreutest
zerstreute
zerstreuten
zerstreutet
zerstreuten

Futur 1

werde zerstreuen
wirst zerstreuen
wird zerstreuen
werden zerstreuen
werdet zerstreuen
werden zerstreuen

1. Konjunktiv [2]

würde zerstreuen
würdest zerstreuen
würde zerstreuen
würden zerstreuen
würdet zerstreuen
würden zerstreuen

Diverses

zerstreu!
zerstreut!
zerstreuen Sie!
zerstreut
zerstreuend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zerstreuen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
divertir		Amüsieren
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
divertir	ableiten; ablenken; amüsieren; unterhalten; zerstreuen	amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten
entretener	ableiten; ablenken; amüsieren; unterhalten; zerstreuen

Synoniemen voor "zerstreuen":

abarbeiten; abmühen; abplagen; mühen; abrackern; laborieren; rackern; schuften
abkapseln; abnabeln; abschotten; einigeln; isolieren; separieren; trennen; vereinzeln; zerteilen
auseinander jagen; auseinander treiben
ablenken
auflösen

Wiktionary: zerstreuen

zerstreuen

verb

in der Gegend verteilen, weit auseinanderstreuen
- zerstreuen → dispersar

Cross Translation:

From	To	Via
• zerstreuen	→ disipar	↔ dispel — to drive away by scattering
• zerstreuen	→ dispersar	↔ scatter — to cause to separate
• zerstreuen	→ distraer	↔ distraire — détourner de quelque application.
• zerstreuen	→ propagar; desparramar; difundir; esparcir	↔ répandre — épancher ; verser ; laisser tomber un liquide.