Gemeinsam: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

gemeinsam:
- común; comunal; juntos; conjuntamente; unidos; reunidos; solidario; solidariamente; compartido; colectivo; en común; al unísono; unísono; unido; unánime; unánimemente; de forma unánime; por unanimidad
Wiktionary:
- gemeinsam → común
- gemeinsam → común, compartido, solo, único, colectivo, en común

Duits

Uitgebreide vertaling voor gemeinsam (Duits) in het Spaans

gemeinsam:

gemeinsam bijvoeglijk naamwoord

gemeinsam (betrifft mehrere Personen; gemeinschaftlich)
común; comunal
- común bijvoeglijk naamwoord
- comunal bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (zusammen; gemeinschaftlich; miteinander; gemein)
juntos; conjuntamente
- juntos bijvoeglijk naamwoord
- conjuntamente bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (beieinander; zusammen)
juntos; unidos; reunidos
- juntos bijvoeglijk naamwoord
- unidos bijvoeglijk naamwoord
- reunidos bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (solidarisch; gemeinschaftlich; gleichgestimmt)
solidario; solidariamente
- solidario bijvoeglijk naamwoord
- solidariamente bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (gemeinschaftlich)
compartido; común; colectivo; en común
- compartido bijvoeglijk naamwoord
- común bijvoeglijk naamwoord
- colectivo bijvoeglijk naamwoord
- en común bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (einträchtig; einstimmig; einmütig; angeschlossen; gleichgestimmt; geschlossen; einig; verträglich; gemeinschaftlich; einhellig; zusammenhängend; solidarisch; gleichförmig)
solidariamente; al unísono; unísono; unido; colectivo; solidario; unánime; unánimemente; de forma unánime
- solidariamente bijvoeglijk naamwoord
- al unísono bijvoeglijk naamwoord
- unísono bijvoeglijk naamwoord
- unido bijvoeglijk naamwoord
- colectivo bijvoeglijk naamwoord
- solidario bijvoeglijk naamwoord
- unánime bijvoeglijk naamwoord
- unánimemente bijvoeglijk naamwoord
- de forma unánime bijvoeglijk naamwoord
gemeinsam (einmütig; einstimmig; geschlossen; einig; gemeinschaftlich; gleichförmig; einhellig; solidarisch; gleichgestimmt)
unánimemente; unánime; de forma unánime; por unanimidad
- unánimemente bijvoeglijk naamwoord
- unánime bijvoeglijk naamwoord
- de forma unánime bijvoeglijk naamwoord
- por unanimidad bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gemeinsam:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
colectivo		Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Kollektiv; Schar; Schub; Stamm; Trupp
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
al unísono	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
colectivo	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend
compartido	gemeinsam; gemeinschaftlich	geteild; verteilt
comunal	betrifft mehrere Personen; gemeinsam; gemeinschaftlich	einer Gruppe angehöhrend; kommunal; kommunalbehördlich; städtisch
común	betrifft mehrere Personen; gemeinsam; gemeinschaftlich	allgemein; alltäglich; banal; durchschnittlich; dürftig; einfach; falsch; fühllos; gebräuchlich; gehässig; gemein; gering; geteild; gewöhnlich; gängig; heimtückisch; herkömmlich; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; ordinär; schamlos; schmählich; schuftig; trivial; verrucht; verteilt; winzig; üblich
conjuntamente	gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; miteinander; zusammen	mit einander; zusammen
de forma unánime	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
en común	gemeinsam; gemeinschaftlich	geteild; verteilt
juntos	beieinander; gemein; gemeinsam; gemeinschaftlich; miteinander; zusammen	aneinander; aufeinander; beisammen; ineinander; mit einander; miteinander; zusammen; zuzweit
por unanimidad	einhellig; einig; einmütig; einstimmig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch
reunidos	beieinander; gemeinsam; zusammen
solidariamente	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
solidario	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
unido	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend	aneinander; aneinandergereiht; angeheftet; angeklebt; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammen; zusammenhängend
unidos	beieinander; gemeinsam; zusammen	aneinander; aufeinander; mit einander; zusammen
unánime	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend	einig; einstimmig; gleichgestimmt
unánimemente	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
unísono	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend

Synoniemen voor "gemeinsam":

verbinden

Wiktionary: gemeinsam

gemeinsam

adjective

mehreren Personen oder Sachen zugleich eigen
- gemeinsam → común

Cross Translation:

From	To	Via
• gemeinsam	→ común	↔ common — mutual
• gemeinsam	→ compartido	↔ shared — used multiply
• gemeinsam	→ solo; único	↔ single — not divided in parts
• gemeinsam	→ colectivo; común	↔ gemeenschappelijk — gerelateerd aan meer dan een entiteit
• gemeinsam	→ común	↔ commun — Qui sert, qui peut servir à tout le monde ou seulement à plusieurs personnes.
• gemeinsam	→ en común	↔ en commun — Ensemble

Verwante vertalingen van gemeinsam

gemeinsam machen

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: gemeinsam

Uitgebreide vertaling voor gemeinsam (Duits) in het Spaans

gemeinsam:

gemeinsam bijvoeglijk naamwoord

gemeinsam (betrifft mehrere Personen; gemeinschaftlich)

gemeinsam (zusammen; gemeinschaftlich; miteinander; gemein)

gemeinsam (beieinander; zusammen)

gemeinsam (solidarisch; gemeinschaftlich; gleichgestimmt)

gemeinsam (gemeinschaftlich)

gemeinsam (einträchtig; einstimmig; einmütig; angeschlossen; gleichgestimmt; geschlossen; einig; verträglich; gemeinschaftlich; einhellig; zusammenhängend; solidarisch; gleichförmig)

gemeinsam (einmütig; einstimmig; geschlossen; einig; gemeinschaftlich; gleichförmig; einhellig; solidarisch; gleichgestimmt)

Vertaal Matrix voor gemeinsam:

Synoniemen voor "gemeinsam":

Wiktionary: gemeinsam

Verwante vertalingen van gemeinsam