Gott: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Gott:
- ídolo; Nuestro Señor; Dios; Todopoderoso; Creador; divinidad; deidad; creador
Wiktionary:
- Gott → Dios
- Gott → Dios, diosa, Señor, dios, deidad, divinidad

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gott (Duits) in het Spaans

der Gott (Götzenbild)
el ídolo
- ídolo [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gott (Herrgott; Heiliger Vater; Allmächtiger)
el Nuestro Señor; el Dios; el Todopoderoso; el Creador
- Nuestro Señor [el ~] zelfstandig naamwoord
- Dios [el ~] zelfstandig naamwoord
- Todopoderoso [el ~] zelfstandig naamwoord
- Creador [el ~] zelfstandig naamwoord
der Gott (Allmächtiger; Herrgott; Gottheit)
el Dios; la divinidad; el Nuestro Señor; la deidad
- Dios [el ~] zelfstandig naamwoord
- divinidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- Nuestro Señor [el ~] zelfstandig naamwoord
- deidad [la ~] zelfstandig naamwoord
der Gott (Schöpfer; Autor; Entwerfer; Gestalter; Erbauer; Komponist)
el creador
- creador [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Creador	Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott
Dios	Allmächtiger; Gott; Gottheit; Heiliger Vater; Herrgott	Allmächtiger; Herr; Herr des Himmels; Himmelsvater; Schöpfer
Nuestro Señor	Allmächtiger; Gott; Gottheit; Heiliger Vater; Herrgott	Allmächtiger; Herr; Herr des Himmels; Himmelsvater
Todopoderoso	Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott
creador	Autor; Entwerfer; Erbauer; Gestalter; Gott; Komponist; Schöpfer	Autor; Entwerfer; Erbauer; Ersteller; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Schöpfer; Urheber
deidad	Allmächtiger; Gott; Gottheit; Herrgott	Göttin
divinidad	Allmächtiger; Gott; Gottheit; Herrgott	Allmächtiger; Gottheit; Göttlichkeit; Herr; Spirituelle; Übernatürliche
ídolo	Gott; Götzenbild	Abgott; Augapfel; Hätschelkind; Schwarm; Stern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
creador		schöpfend

Allmächtiger; Allvater; Der Ewige; Herrgott; Schöpfer; Urschöpfer; Weltenlenker; übernatürliches Wesen
Gottheit; olympische Gottheit
Abraxas [gnostisch]; Adonai [jüdisch]; Allah [islamisch]; Demiurg [gnostisch]; Elohim [jüdisch]; Herr; Jehova [jüdisch]

Gott

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Gott	→ Dios	↔ God — single deity of monotheism
• Gott	→ Dios	↔ God — single male deity of duotheism
• Gott	→ diosa	↔ Goddess — single goddess of monotheism
• Gott	→ Señor	↔ Lord — God
• Gott	→ dios; diosa; deidad; divinidad	↔ deity — a powerful entity that possesses numerous miraculous powers
• Gott	→ dios	↔ god — deity
• Gott	→ dios	↔ god — hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht voor (bepaalde aspecten van) de werkelijkheid
• Gott	→ Dios	↔ God — een bovennatuurlijk en volmaakt wezen, dat beschikt over superieure krachten en dat onsterfelijk is
• Gott	→ dios	↔ dieu — (religion) être surnaturel objet de déférence d'une religion.