Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Gewand:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gewand (Duits) in het Spaans

Gewand:

Gewand [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gewand (Mantel)
    el chaquetón; la chaqueta; el traje sastre; el abrigo; el anorak
  2. Gewand (Kirchengewand; Kutte)
    el hábito; la cogulla; el sayal
    • hábito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cogulla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sayal [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gewand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrigo Gewand; Mantel Bildröhre; Bushaltestelle; Jacke; Mantel; Schirmdach; Schutzdach; Vordach; Wartehalle
anorak Gewand; Mantel Jacke; Windjacke
chaqueta Gewand; Mantel Bildröhre; Jacke; Joppe; Puff; Sakko; Tricktrack; kurze Jacke
chaquetón Gewand; Mantel Bildröhre; Jacke
cogulla Gewand; Kirchengewand; Kutte Kirchenmantel
hábito Gewand; Kirchengewand; Kutte Allgemeinheit; Angewohnheit; Anwendung; Benutzung; Brauch; Gebrauch; Gepflogenheit; Gesamtheit; Gewohnheit; Gültigkeit; Handhabung; Hantieren; Kirchenmantel; Nutzung; Sitte; Tradition; Verwendung; Verwertung; Volksbrauch; Volkssitte
sayal Gewand; Kirchengewand; Kutte
traje sastre Gewand; Mantel

Synoniemen voor "Gewand":


Wiktionary: Gewand

Gewand
noun
  1. süddeutsch, österreichisch, schweizerisch: geschneiderte Materialien (meist Stoff, Leder oder Kunststoffe), die einem Körper als Schutz dienen

Cross Translation:
FromToVia
Gewand vestido; ropa habit — Tout ce qui est fait pour couvrir le corps, excepté le linge, la coiffure et la chaussure (Sens général)