Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Beil

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Beil

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Beil:
- hacha; destral; piqueta; hacha destral
Wiktionary:
- Beil → hacha
- Beil → hacha

Duits

Uitgebreide vertaling voor Beil (Duits) in het Spaans

Beil:

Beil [das ~] zelfstandig naamwoord

Beil (Axt; Streitaxt; Spalter; Buschmesser; Hackbeil; Hackmesser)
la hacha
- hacha [la ~] zelfstandig naamwoord
Beil (Spitzhacke; Pickel; Hackbeil; Axt; Hacke; Spalter)
el destral; la piqueta; la hacha destral
- destral [el ~] zelfstandig naamwoord
- piqueta [la ~] zelfstandig naamwoord
- hacha destral [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Beil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
destral	Axt; Beil; Hackbeil; Hacke; Pickel; Spalter; Spitzhacke
hacha	Axt; Beil; Buschmesser; Hackbeil; Hackmesser; Spalter; Streitaxt	As; Fels; Felsen; Könner; Schlaumeier; Schliff; Stein
hacha destral	Axt; Beil; Hackbeil; Hacke; Pickel; Spalter; Spitzhacke
piqueta	Axt; Beil; Hackbeil; Hacke; Pickel; Spalter; Spitzhacke	Fleischmesser; Hackmesser

Synoniemen voor "Beil":

Axt; Hackbeil; Hacke; Hackebeil; Gerätschaft; Instrument; Werkzeug

Wiktionary: Beil

Beil

noun

Kurzes, kleines, meist in einer Hand zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem)
- Beil → hacha

Cross Translation:

From	To	Via
• Beil	→ hacha	↔ hache — Instrument de fer servant à couper