Ausrüstung: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Ausrüstung:
- equipo; utillaje; amoblamiento; vestidos; adorno; vestimenta; ropa; equipamiento; herramientas; objeto de equipo
Wiktionary:
- Ausrüstung → utillaje
- Ausrüstung → armamento, bagaje, furgón, tren de equipajes, equipo, equipamiento, juego, ensello, kit, aparejo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausrüstung (Duits) in het Spaans

Ausrüstung:

Ausrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ausrüstung (Ausstattung; Verzierung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Girlande; Zierde)
el equipo; el utillaje; el amoblamiento; el vestidos; el adorno; la vestimenta; la ropa
- equipo [el ~] zelfstandig naamwoord
- utillaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- amoblamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- vestidos [el ~] zelfstandig naamwoord
- adorno [el ~] zelfstandig naamwoord
- vestimenta [la ~] zelfstandig naamwoord
- ropa [la ~] zelfstandig naamwoord
die Ausrüstung (Ausstattung)
el equipamiento; el equipo; la herramientas; el objeto de equipo
- equipamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- equipo [el ~] zelfstandig naamwoord
- herramientas [la ~] zelfstandig naamwoord
- objeto de equipo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausrüstung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adorno	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Aufmachung; Aufscchmuck; Ausschmückung; Dekor; Dekorieren; Juwel; Kleidung; Ordenszeichen; Ornament; Pracht; Prunk; Putz; Quecksilber; Schmuck; Schmuckstück; Verschönerung; Verzierung; Zierat
amoblamiento	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Ameublement; Anstalt; Einrichtung; Irrenanstalt; Irrenhaus; Mobiliar; Möbel; Nervenheilanstalt; psychiatrische Klinik
equipamiento	Ausrüstung; Ausstattung	Arbeitsgerät
equipo	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Apparat; Apparatur; Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück; Computersystem; Fußballmannschaft; Gerät; Gruppe; Mannschaft; Maschine; PC; Partei; Personalcomputer; Team
herramientas	Ausrüstung; Ausstattung	Maschinenwerkzeug
objeto de equipo	Ausrüstung; Ausstattung	Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück
ropa	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Bekleidung; Garderobe; Kleider; Kleiderablage; Kleiderbestand; Kleiderschrank; Kleidertracht; Kleidung; Tracht; Trachtenkleidung; Wäsche; Zeug; folkloristisches Kostüm
utillaje	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde
vestidos	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Bekleidung; Kleider; Kleidertracht; Kleidung; Schnüre; Tracht; Trachtenkleidung; folkloristisches Kostüm
vestimenta	Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Girlande; Verzierung; Zierde	Aufmachung; Bekleidung; Kleider; Kleidung

Synoniemen voor "Ausrüstung":

Apparatur; Ausstattung; Equipment; Gadget; Gerätschaft; Rüstzeug; Utensilien
Armierung; Bewaffnung; Bewehrung

Wiktionary: Ausrüstung

Ausrüstung

noun

additionale Funktionswerkzeuge
- Ausrüstung → utillaje

Cross Translation:

From	To	Via
• Ausrüstung	→ armamento	↔ armament — all small arms collectively
• Ausrüstung	→ bagaje; furgón; tren de equipajes	↔ equipage — equipment or supplies, especially military ones
• Ausrüstung	→ equipo; equipamiento	↔ equipment — whatever is used in equipping
• Ausrüstung	→ equipo	↔ gear — equipment or paraphernalia
• Ausrüstung	→ juego; equipo; ensello; kit	↔ kit — equipment
• Ausrüstung	→ aparejo	↔ rig — special equipment or gear

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Ausrüstung

Uitgebreide vertaling voor Ausrüstung (Duits) in het Spaans

Ausrüstung:

Ausrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ausrüstung (Ausstattung; Verzierung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Girlande; Zierde)

die Ausrüstung (Ausstattung)

Vertaal Matrix voor Ausrüstung:

Synoniemen voor "Ausrüstung":

Wiktionary: Ausrüstung