Duits
Uitgebreide vertaling voor zähneklappern (Duits) in het Spaans
zähneklappern:
-
zähneklappern (frösteln; frieren; beben; zittern; schaudern; schnattern; schlottern)
dentellar; acanalar; aterirse; tener frío; dar diente con diente; pasar frío-
dentellar werkwoord
-
acanalar werkwoord
-
aterirse werkwoord
-
tener frío werkwoord
-
dar diente con diente werkwoord
-
pasar frío werkwoord
-
Vertaal Matrix voor zähneklappern:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
acanalar | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern | |
aterirse | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern | |
dar diente con diente | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern | |
dentellar | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern | Einschnitte bekommen; Kerben bekommen; gekerbt werden; klappern |
pasar frío | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern | |
tener frío | beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern |