Duits
Uitgebreide vertaling voor vorbei gehen (Duits) in het Spaans
vorbei gehen:
-
vorbei gehen (verstreichen; vergehen; ablaufen)
pasar; expirar; transcurrir; avanzar; declinar-
pasar werkwoord
-
expirar werkwoord
-
transcurrir werkwoord
-
avanzar werkwoord
-
declinar werkwoord
-
Vertaal Matrix voor vorbei gehen:
Computer vertaling door derden: