Duits
Uitgebreide vertaling voor voranschlagen (Duits) in het Spaans
voranschlagen:
Vertaal Matrix voor voranschlagen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| valorar | Anerkennen; Anrechnen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| estimar | schätzen; taxieren; voranschlagen | Vermutung anstellen; abwägen; achten; annehmen; anregen; ausmachen; berechnen; bestimmen; ehren; ermessen; glauben; hochachten; hochhalten; hochschätzen; kalkulieren; loben; lobpreisen; mutmaßen; preisen; raten; respektieren; rühmen; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; verehren; vermuten; vorschlagen; würdigen; zuraten; überschlagen |
| evaluar | schätzen; taxieren; voranschlagen | anschlagen; taxieren; veranschlagen |
| tasar | schätzen; taxieren; voranschlagen | schätzen; taxieren |
| valorar | schätzen; taxieren; voranschlagen | anschlagen; loben; lobpreisen; preisen; rühmen; schätzen; sich behaupten; taxieren; veranschlagen |