Duits
Uitgebreide vertaling voor verwischen (Duits) in het Spaans
verwischen:
-
verwischen (ineinander überlaufen; sich verwischen; verschwimmen)
cruzarse; desvanecerse; borrar; correrse; desdibujar; diluirse; disipar-
cruzarse werkwoord
-
desvanecerse werkwoord
-
borrar werkwoord
-
correrse werkwoord
-
desdibujar werkwoord
-
diluirse werkwoord
-
disipar werkwoord
-
-
verwischen (vertuschen)
esfumar; difuminar; echar al olvido; echar tierra a una cosa-
esfumar werkwoord
-
difuminar werkwoord
-
echar al olvido werkwoord
-
echar tierra a una cosa werkwoord
-
Conjugations for verwischen:
Präsens
- verwische
- verwischt
- verwischt
- verwischen
- verwischt
- verwischen
Imperfekt
- verwischte
- verwischtest
- verwischte
- verwischten
- verwischtet
- verwischten
Perfekt
- habe verwischt
- hast verwischt
- hat verwischt
- haben verwischt
- habt verwischt
- haben verwischt
1. Konjunktiv [1]
- verwische
- verwischest
- verwische
- verwischen
- verwischet
- verwischen
2. Konjunktiv
- verwischete
- verwischetest
- verwischete
- verwischeten
- verwischetet
- verwischeten
Futur 1
- werde verwischen
- wirst verwischen
- wird verwischen
- werden verwischen
- werdet verwischen
- werden verwischen
1. Konjunktiv [2]
- würde verwischen
- würdest verwischen
- würde verwischen
- würden verwischen
- würdet verwischen
- würden verwischen
Diverses
- verwisch!
- verwischt!
- verwischen Sie!
- verwischt
- verwischend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie