Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal verschleppen

Vertaal verschleppen van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verschleppen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verschleppen (Duits) in het Spaans

verschleppen:

verschleppen werkwoord (verschleppe, verschleppst, verschleppt, verschleppte, verschlepptet, verschleppt)

  1. verschleppen (verschieben; verlegen; verstellen; verrücken)
    trasladar; mover; desplazar; cambiar la fecha; transferir; cambiar de lugar; cambiar de sitio
  2. verschleppen
    remolcar
  3. verschleppen (verlegen; verlieren; loswerden; )
    desperdiciar

Conjugations for verschleppen:

Präsens
  1. verschleppe
  2. verschleppst
  3. verschleppt
  4. verschleppen
  5. verschleppt
  6. verschleppen
Imperfekt
  1. verschleppte
  2. verschlepptest
  3. verschleppte
  4. verschleppten
  5. verschlepptet
  6. verschleppten
Perfekt
  1. habe verschleppt
  2. hast verschleppt
  3. hat verschleppt
  4. haben verschleppt
  5. habt verschleppt
  6. haben verschleppt
1. Konjunktiv [1]
  1. verschleppe
  2. verschleppest
  3. verschleppe
  4. verschleppen
  5. verschleppet
  6. verschleppen
2. Konjunktiv
  1. verschleppte
  2. verschlepptest
  3. verschleppte
  4. verschleppten
  5. verschlepptet
  6. verschleppten
Futur 1
  1. werde verschleppen
  2. wirst verschleppen
  3. wird verschleppen
  4. werden verschleppen
  5. werdet verschleppen
  6. werden verschleppen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verschleppen
  2. würdest verschleppen
  3. würde verschleppen
  4. würden verschleppen
  5. würdet verschleppen
  6. würden verschleppen
Diverses
  1. verschlepp!
  2. verschleppt!
  3. verschleppen Sie!
  5. verschleppt
  6. verschleppend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verschleppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
remolcar Abschleppen; Schleppen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cambiar de lugar verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen etwas umstellen; verrücken; verschieben; verstellen; zur Seite rücken
cambiar de sitio verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen etwas umstellen; konvertieren; verrücken; verschieben; verstellen; wechseln; zur Seite rücken
cambiar la fecha verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen abtakeln; beseitigen; demontieren; entfernen; entfestigen; fortschaffen; räumen; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen
desperdiciar abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verlorengehen; verschleppen; wegschaffen Unordnung machen; Wirrwarr machen; abhandenkommen; gießen; kleckern; vergeuden; vergießen; verhunzen; verlieren; verloren gehen; verpfuschen; verprassen; verschwenden; vertun; wegschmeißen
desplazar verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen Bildlauf durchführen; abtakeln; ausspielen; beseitigen; bewegen; demontieren; entfernen; entfestigen; etwas umstellen; fortbewegen; fortschaffen; räumen; verrücken; verscherzen; verschieben; versetzen; verspielen; verstellen; verwirken; wegbewegen; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen; zur Seite rücken
mover verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen ablegen; abstellen; abstreifen; anbringen; anfangen; anrühren; anschüren; antun; aufschütteln; aufstellen; austreiben; beisetzen; berühren; besiegen; betreffen; betten; bewegen; bieten; brühen; bummeln; einführen; einlassen; einlegen; einordnen; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; erregen; etwas umstellen; fortbewegen; fügen; gehen; gruppieren; hantieren; herstellen; hinlegen; hinstellen; im Schritt gehen; installieren; laichen; laufen; legen; mischen; mobilisieren; mobilmachen; rühren; rütteln; schalten; schlagen; schlingen; schreiten; schüren; setzen; sich fortbewegen; spazieren; spazierengehen; stationieren; stecken; stellen; treffen; umruhren; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen; verrücken; verschieben; verstellen; vor sich hertreiben; vorwärts treiben; wandern; wegbegeben; wricken; wriggeln; zur Seite rücken
remolcar verschleppen nachziehen; schleppen
transferir verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen abzapfen; delegieren; den Standort verändern; deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; per Postgirokonto bezahlen; transponieren; umbuchen von Geld; umfüllen; umsetzen; umstellen; verrücken; verschieben; versetzen; verstellen; zapfen; überführen; übergeben; übermitteln; überschreiben; übersenden; übertragen; überweisen
trasladar verlegen; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen Translation ausführen; abtakeln; abzapfen; befördern; beseitigen; bringen; demontieren; einbringen; entfernen; entfestigen; fortschaffen; herbeibringen; hinüberbringen; hinüberfahren; mitbringen; mitnehmen; räumen; transponieren; transportieren; umfüllen; umsetzen; verschieben; wegbewegen; wegführen; wegleiten; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen; zapfen; überführen

Synoniemen voor "verschleppen":

  • hinziehen; in die Länge ziehen
  • entführen; kidnappen

Wiktionary: verschleppen

Cross Translation:
FromToVia
• verschleppen → procrastinar; dejar para después ↔ procrastinate — put off; delay something







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0391 seconde
Page rendered in 1.0 seconds