Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- verraten:
-
Wiktionary:
- verraten → revelar, traicionar
- verraten → traicionar, revelar
Duits
Uitgebreide vertaling voor verraten (Duits) in het Spaans
verraten:
-
verraten (ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern)
delatar; traicionar; cantar; soltar; soplar; tirar de la manta-
delatar werkwoord
-
traicionar werkwoord
-
cantar werkwoord
-
soltar werkwoord
-
soplar werkwoord
-
tirar de la manta werkwoord
-
-
verraten (ausposaunen; mitteilen; verpfeifen; angeben; anzeigen; petzen; denunzieren; stecken; zubringen; weitererzählen; austragen; zutragen; herumerzählen)
chivar; chivarse; traicionar; denunciar; chismorrear; difundir; desertar-
chivar werkwoord
-
chivarse werkwoord
-
traicionar werkwoord
-
denunciar werkwoord
-
chismorrear werkwoord
-
difundir werkwoord
-
desertar werkwoord
-
-
verraten (anbringen; anzeigen; petzen; denunzieren; verpfeifen; mitteilen)
-
verraten (anzeigen; verpfeifen; petzen)
-
verraten (verpetzt; ausgeplaudert)
denunciado; traicionado; soplado; delatado-
denunciado bijvoeglijk naamwoord
-
traicionado bijvoeglijk naamwoord
-
soplado bijvoeglijk naamwoord
-
delatado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verraten:
Synoniemen voor "verraten":
Wiktionary: verraten
verraten
Cross Translation:
verb
-
etw. verraten: jemandem ein Geheimnis oder eine vertrauliche Nachricht preisgeben
- verraten → revelar
-
jmd. verraten: arglistig Partei wider jemanden ergreifen, zu dem man in einem Loyalitätsverhältnis steht
- verraten → traicionar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verraten | → traicionar | ↔ betray — to deliver into the hands of an enemy |
• verraten | → revelar; traicionar | ↔ verraden — een geheim prijsgeven |
• verraten | → traicionar | ↔ trahir — Faire une perfidie à quelqu’un ; lui manquer de foi. |