Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- verprassen:
-
Wiktionary:
- verprassen → derrochar, malbaratar, despilfarrar, farrear
Duits
Uitgebreide vertaling voor verprassen (Duits) in het Spaans
verprassen:
-
verprassen (verschwenden; vergeuden; seineErsparnisseverprassen)
-
verprassen (verschwenden; vergeuden; vertun; wegschmeißen; verhunzen)
desperdiciar; malgastar; gastarse todo el dinero; derrochar; despilfarrar; consumir el tiempo parrandeando; dilapidar-
desperdiciar werkwoord
-
malgastar werkwoord
-
gastarse todo el dinero werkwoord
-
derrochar werkwoord
-
despilfarrar werkwoord
-
consumir el tiempo parrandeando werkwoord
-
dilapidar werkwoord
-
Conjugations for verprassen:
Präsens
- verprasse
- verprasst
- verprasst
- verprassen
- verprasst
- verprassen
Imperfekt
- verprasste
- verprasstest
- verprasste
- verprassten
- verprasstet
- verprassten
Perfekt
- habe verpraßt
- hast verpraßt
- hat verpraßt
- haben verpraßt
- habt verpraßt
- haben verpraßt
1. Konjunktiv [1]
- verprasse
- verprassest
- verprasse
- verprassen
- verprasset
- verprassen
2. Konjunktiv
- verprassete
- verprassetest
- verprassete
- verprasseten
- verprassetet
- verprasseten
Futur 1
- werde verprassen
- wirst verprassen
- wird verprassen
- werden verprassen
- werdet verprassen
- werden verprassen
1. Konjunktiv [2]
- würde verprassen
- würdest verprassen
- würde verprassen
- würden verprassen
- würdet verprassen
- würden verprassen
Diverses
- verprass!
- verprasst!
- verprassen Sie!
- verpraßt
- verprassend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verprassen:
Synoniemen voor "verprassen":
Wiktionary: verprassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verprassen | → derrochar | ↔ splurge — to spend lavishly or extravagantly |
• verprassen | → malbaratar; despilfarrar; derrochar; farrear | ↔ squander — to waste |
Computer vertaling door derden: