Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor verfroren (Duits) in het Spaans

verfroren:

verfroren bijvoeglijk naamwoord

  1. verfroren (durchfroren)
    transido; aterido; entumencido; pasmado de frío
  2. verfroren (fröstelig; kälteempfindlich; frästelnd)
    friolero; friolento

Vertaal Matrix voor verfroren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
friolero Fröstling
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aterido durchfroren; verfroren erstarrt; starr; steinern; versteift; versteinert
entumencido durchfroren; verfroren
friolento frästelnd; fröstelig; kälteempfindlich; verfroren
friolero frästelnd; fröstelig; kälteempfindlich; verfroren
pasmado de frío durchfroren; verfroren
transido durchfroren; verfroren