Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
verblüfft:
- confundido; atónito; perplejo; asombrado; estupefacto; sorprendido; mudo; desconcertado; patidifuso; extrañado; atontado; sin habla; pasmado; con la boca abierta; aturdido; embobado; sin palabras; enmudecido; patitieso; abrumado; totalmente sorprendido; herido; afectado; alcanzado; confuso; siniestrado; impresionado; conmovido; consternado; anonadado
- verblüffen:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor verblüfft (Duits) in het Spaans
verblüfft:
-
verblüfft (verdutzt; erstaunt; fassungslos)
confundido; atónito; perplejo-
confundido bijvoeglijk naamwoord
-
atónito bijvoeglijk naamwoord
-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
-
verblüfft (sprachlos; erstaunt; entsetzt)
asombrado; estupefacto; sorprendido; mudo; desconcertado; patidifuso; atónito; extrañado; perplejo; atontado; sin habla; pasmado; con la boca abierta; aturdido; embobado; sin palabras; enmudecido; patitieso-
asombrado bijvoeglijk naamwoord
-
estupefacto bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendido bijvoeglijk naamwoord
-
mudo bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
patidifuso bijvoeglijk naamwoord
-
atónito bijvoeglijk naamwoord
-
extrañado bijvoeglijk naamwoord
-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
atontado bijvoeglijk naamwoord
-
sin habla bijvoeglijk naamwoord
-
pasmado bijvoeglijk naamwoord
-
con la boca abierta bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
embobado bijvoeglijk naamwoord
-
sin palabras bijvoeglijk naamwoord
-
enmudecido bijvoeglijk naamwoord
-
patitieso bijvoeglijk naamwoord
-
-
verblüfft (erstaunt; sprachlos; verdutzt; baff; perplex; äußerst verwundert)
perplejo; estupefacto; confundido-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
estupefacto bijvoeglijk naamwoord
-
confundido bijvoeglijk naamwoord
-
-
verblüfft (überrumpelt; entgeistert; erstaunt; verdutzt; baff; perplex)
aturdido; abrumado; sorprendido-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
abrumado bijvoeglijk naamwoord
-
sorprendido bijvoeglijk naamwoord
-
-
verblüfft (erstaunt)
totalmente sorprendido; perplejo-
totalmente sorprendido bijvoeglijk naamwoord
-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
-
verblüfft (entsetzt; baff; erstaunt; betroffen; betreten; fassungslos; erschüttert; bestürzt; verdutzt; perplex)
herido; atónito; perplejo; afectado; desconcertado; alcanzado; confuso; siniestrado; aturdido; impresionado; conmovido; abrumado; pasmado; estupefacto; consternado; anonadado-
herido bijvoeglijk naamwoord
-
atónito bijvoeglijk naamwoord
-
perplejo bijvoeglijk naamwoord
-
afectado bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
alcanzado bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
siniestrado bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
impresionado bijvoeglijk naamwoord
-
conmovido bijvoeglijk naamwoord
-
abrumado bijvoeglijk naamwoord
-
pasmado bijvoeglijk naamwoord
-
estupefacto bijvoeglijk naamwoord
-
consternado bijvoeglijk naamwoord
-
anonadado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verblüfft:
Synoniemen voor "verblüfft":
Wiktionary: verblüfft
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verblüfft | → desconcertado | ↔ flummoxed — totally confused or puzzled |
• verblüfft | → perplejo | ↔ nonplussed — bewildered |
verblüffen:
-
verblüffen (sprachlos machen)
-
verblüffen (erstaunen; verdutzen)
Conjugations for verblüffen:
Präsens
- verblüffe
- verblüffst
- verblüfft
- verblüffen
- verblüfft
- verblüffen
Imperfekt
- verblüffte
- verblüfftest
- verblüffte
- verblüfften
- verblüfftet
- verblüfften
Perfekt
- bin verblüfft
- bist verblüfft
- ist verblüfft
- sind verblüfft
- seid verblüfft
- sind verblüfft
1. Konjunktiv [1]
- verblüffe
- verblüffest
- verblüffe
- verblüffen
- verblüffet
- verblüffen
2. Konjunktiv
- verblüffete
- verblüffetest
- verblüffete
- verblüffeten
- verblüffetet
- verblüffeten
Futur 1
- werde verblüffen
- wirst verblüffen
- wird verblüffen
- werden verblüffen
- werdet verblüffen
- werden verblüffen
1. Konjunktiv [2]
- würde verblüffen
- würdest verblüffen
- würde verblüffen
- würden verblüffen
- würdet verblüffen
- würden verblüffen
Diverses
- verblüff!
- verblüfft!
- verblüffen Sie!
- verblüfft
- verblüffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verblüffen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aturdir | Verblüffen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abrumar | sprachlos machen; verblüffen | bezwingen; unterwerfen; zähmen; überhäufen; überschütten |
apabullar | sprachlos machen; verblüffen | bezwingen; unterwerfen; zähmen |
arrollar | sprachlos machen; verblüffen | aufdrehen; aufrollen; aufspülen; aufwickeln; aufwinden; eindrehen; hinaufdrehen; hinaufschrauben; hochdrehen; hochschrauben; spuelen; überlaufen |
asombrar | erstaunen; verblüffen; verdutzen | |
aturdir | sprachlos machen; verblüffen | betäuben |
maravillar | erstaunen; verblüffen; verdutzen | |
pasmar | erstaunen; verblüffen; verdutzen |
Synoniemen voor "verblüffen":
Wiktionary: verblüffen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verblüffen | → confundir; desconcertar | ↔ baffle — totally bewilder; confuse or perplex |
• verblüffen | → obnubilar | ↔ dazzle — figuratively |
• verblüffen | → aturdir; adarvar; anonadar | ↔ stun — to shock or surprise |
• verblüffen | → acojonar; desconcertar; aturullar | ↔ overdonderen — verbluffen |
• verblüffen | → perturbar | ↔ confondre — Mettre en désordre, déconcerter, humilier |
Computer vertaling door derden: