Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal verbiegen

Vertaal verbiegen van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verbiegen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verbiegen (Duits) in het Spaans

verbiegen:

verbiegen werkwoord (verbiege, verbiegst, verbiegt, verbog, verbogt, verbogen)

  1. verbiegen (krummbiegen; biegen; beugen; krümmen; umbiegen)
    torcer
  2. verbiegen (umbiegen; biegen)
    torcer; doblar; doblarse

Conjugations for verbiegen:

Präsens
  1. verbiege
  2. verbiegst
  3. verbiegt
  4. verbiegen
  5. verbiegt
  6. verbiegen
Imperfekt
  1. verbog
  2. verbogst
  3. verbog
  4. verbogen
  5. verbogt
  6. verbogen
Perfekt
  1. habe verbogen
  2. hast verbogen
  3. hat verbogen
  4. haben verbogen
  5. habt verbogen
  6. haben verbogen
1. Konjunktiv [1]
  1. verbiege
  2. verbiegest
  3. verbiege
  4. verbiegen
  5. verbieget
  6. verbiegen
2. Konjunktiv
  1. verböge
  2. verbögest
  3. verböge
  4. verbögen
  5. verböget
  6. verbögen
Futur 1
  1. werde verbiegen
  2. wirst verbiegen
  3. wird verbiegen
  4. werden verbiegen
  5. werdet verbiegen
  6. werden verbiegen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verbiegen
  2. würdest verbiegen
  3. würde verbiegen
  4. würden verbiegen
  5. würdet verbiegen
  6. würden verbiegen
Diverses
  1. verbieg!
  2. verbiegt!
  3. verbiegen Sie!
  5. verbogen
  6. verbiegend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verbiegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doblar biegen; umbiegen; verbiegen auseinandernehmen; beugen; biegen; brechen; entzwei gehen; entzwei reißen; falten; falzen; flektieren; hinneigen; knicken; krümmen; niederschlagen; sich neigen; sichbeugen; sichverbeugen; sichverneigen; sichvorüberbeugen; synchronisieren; umbiegen; umfalten; umkippen; umknicken; umschlagen; verbeugen; verneigen; zerbrechen; zu Boden schlagen; zusammenfalten; zusammenklappen; zusammenlegen
doblarse biegen; umbiegen; verbiegen beugen; biegen; durchbiegen; durchzechen; einbrechen; einstürzen; falten; flektieren; fälschen; hinneigen; knicken; krümmen; multiplizieren; reproduzieren; sich neigen; sichbeugen; sichverbeugen; sichverneigen; sichvorüberbeugen; umfalten; umknicken; verbeugen; verdoppeln; vermehren; verneigen; vervielfachen; vervielfältigen
torcer beugen; biegen; krummbiegen; krümmen; umbiegen; verbiegen Ehre bezeugen; abdrehen; beugen; biegen; drehen; drücken; flektieren; hinneigen; ineinander schrauben; klemmen; knicken; krümmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; rütteln; schwingen; sich beugen; sich neigen; sich verbeugen; sich verneigen; sich vorüberbeugen; sichbeugen; sichverbeugen; sichverneigen; sichvorüberbeugen; verbeugen; verneigen; winden; wricken; wriggen; wringen

Synoniemen voor "verbiegen":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1233 seconde
Page rendered in 1.0 seconds