Duits
Uitgebreide vertaling voor unbewohnbar (Duits) in het Spaans
unbewohnbar:
-
unbewohnbar
inhóspito; inhabitable; inhospitalario-
inhóspito bijvoeglijk naamwoord
-
inhabitable bijvoeglijk naamwoord
-
inhospitalario bijvoeglijk naamwoord
-
-
unbewohnbar
Vertaal Matrix voor unbewohnbar:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inhabitable | unbewohnbar | |
inhospitalario | unbewohnbar | |
inhóspito | unbewohnbar | beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; rauh; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; ungastlich; unwirtlich; verbittert; wild; wüst; wütend; öde |
insoportable | unbewohnbar | bitter; grimmig; hart; heftig; intolerabel; schlecht gelaunt; unausstehlich; unerträglich; ungenießbar |
insostenible | unbewohnbar | unverantwortlich; verantwortungslos |