Duits
Uitgebreide vertaling voor taxieren (Duits) in het Spaans
taxieren:
-
taxieren (schätzen)
-
taxieren (schätzen; voranschlagen)
-
taxieren (veranschlagen; anschlagen)
-
taxieren (vorschlagen; raten; suggerieren; zuraten; anregen; ausmachen; veranschlagen; schätzen; ermessen; überschlagen; bestimmen)
sugerir; proponer; adivinar; presentar; representar; hacer conjeturas; inspirar; pintar; provocar; estimar; conjeturar; appreciar-
sugerir werkwoord
-
proponer werkwoord
-
adivinar werkwoord
-
presentar werkwoord
-
representar werkwoord
-
hacer conjeturas werkwoord
-
inspirar werkwoord
-
pintar werkwoord
-
provocar werkwoord
-
estimar werkwoord
-
conjeturar werkwoord
-
appreciar werkwoord
-
-
taxieren (abwägen; veranschlagen; überschlagen; ausmachen; schätzen; bestimmen; ermessen)
considerar; adivinar; estimar; conjeturar; appreciar; hacer conjeturas-
considerar werkwoord
-
adivinar werkwoord
-
estimar werkwoord
-
conjeturar werkwoord
-
appreciar werkwoord
-
hacer conjeturas werkwoord
-
-
taxieren (veranschlagen; berechnen; kalkulieren)
Conjugations for taxieren:
Präsens
- taxiere
- taxierst
- taxiert
- taxieren
- taxiert
- taxieren
Imperfekt
- taxierte
- taxiertest
- taxierte
- taxierten
- taxiertet
- taxierten
Perfekt
- habe taxiert
- hast taxiert
- hat taxiert
- haben taxiert
- habt taxiert
- haben taxiert
1. Konjunktiv [1]
- taxiere
- taxierest
- taxiere
- taxieren
- taxieret
- taxieren
2. Konjunktiv
- taxierte
- taxiertest
- taxierte
- taxierten
- taxiertet
- taxierten
Futur 1
- werde taxieren
- wirst taxieren
- wird taxieren
- werden taxieren
- werdet taxieren
- werden taxieren
1. Konjunktiv [2]
- würde taxieren
- würdest taxieren
- würde taxieren
- würden taxieren
- würdet taxieren
- würden taxieren
Diverses
- taxier!
- taxiert!
- taxieren Sie!
- taxiert
- taxierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor taxieren:
Synoniemen voor "taxieren":
Wiktionary: taxieren
Computer vertaling door derden: