Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
stark:
- fuerte; vigoroso; robusto; enérgicamente; potente; enérgico; fisicamente fuerte; muy fuerte; violento; gordo; voluminoso; abultado; grueso; espeso; corpulento; severo; rígido; inflexible; fornido; fuerza; atrevido; bizarro; animoso; sin miedo; arrojado; decidido; esforzado; alentado; con fuerza; notable; resuelto; fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente; de puta madre; súper; perfecto; frecuentemente; frecuente; con frecuencia; a menudo; usualmente; regular; mucho; periódico; muy; mucha; ancho; a lo ancho; mayor; gran; alto; amplio; fuertemente; firme; vasto; de buena salud; estable; gigante; enorme; inmenso; inmensamente; tremendo; temible; detallado; largo; elaborado; extenso; prolongado; extensivo; verboso; con todo detalle; dilatado; minucioso; prolijo; espacioso; holgado; intrincado; detalladamente; nimio; extinto; circunstanciado; en detalle; demasiado vasto; demasiado extenso; que ha dejado de surtir efecto; en todo detalle; sólido; brusco; con mano dura; con dureza; agresivo; brutal; duro; bruto; chillón
-
Wiktionary:
- stark → fuerte, intenso
- stark → fuerte, resistente, atlético
Duits
Uitgebreide vertaling voor stark (Duits) in het Spaans
stark:
-
stark (stämmig; kräftig; kraftvoll; stattlich; stramm; forsch)
fuerte; vigoroso; robusto; enérgicamente; potente; enérgico; fisicamente fuerte-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
vigoroso bijvoeglijk naamwoord
-
robusto bijvoeglijk naamwoord
-
enérgicamente bijvoeglijk naamwoord
-
potente bijvoeglijk naamwoord
-
enérgico bijvoeglijk naamwoord
-
fisicamente fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (gewaltsam; heftig; hitzig; feurig; schlimm; kräftig; erregt; gereizt; intensiv; hart; inbrünstig)
-
stark (dick; fett; voluminös; korpulent; beleibt)
gordo; voluminoso; abultado; grueso; espeso; corpulento-
gordo bijvoeglijk naamwoord
-
voluminoso bijvoeglijk naamwoord
-
abultado bijvoeglijk naamwoord
-
grueso bijvoeglijk naamwoord
-
espeso bijvoeglijk naamwoord
-
corpulento bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (streng; herrisch)
severo; rígido; inflexible-
severo bijvoeglijk naamwoord
-
rígido bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (robust; groß; kräftig; stattlich; forsch; derb; stämmig)
-
stark (heldenhaft; heldenmütig; mutig; kühn; tapfer; heroisch; stolz; brav; beherzt; entschieden; mannhaft; kaltblütig; schneidig; unerschrocken; entschlossen; wagemutig; stattlich; aufrecht)
fuerza; atrevido; bizarro; fuerte; animoso; corpulento; sin miedo; arrojado; decidido; esforzado; robusto; alentado; con fuerza; notable; resuelto-
fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
atrevido bijvoeglijk naamwoord
-
bizarro bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
animoso bijvoeglijk naamwoord
-
corpulento bijvoeglijk naamwoord
-
sin miedo bijvoeglijk naamwoord
-
arrojado bijvoeglijk naamwoord
-
decidido bijvoeglijk naamwoord
-
esforzado bijvoeglijk naamwoord
-
robusto bijvoeglijk naamwoord
-
alentado bijvoeglijk naamwoord
-
con fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
resuelto bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (herausragend; phantastisch; grandios; großartig; vortrefflich; tipp-topp; glanzreich; glänzend; prachtvoll; gut; enorm)
fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
buenísimo bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
a las mil maravillas bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera categoría bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
macanudo bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
colosal bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
gigantesco bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
preeminente bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (dufte; toll; tipp-topp; schick; großartig; super; tadellos; steil; hervorragend; herrlich; gut; riesig; hoch; prima)
de puta madre; espléndido; estupendo; súper; magnífico; maravilloso; fantástico; fenomenal; perfecto; fabuloso-
de puta madre bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
súper bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
perfecto bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (häufig; regelmäßig; viel; mehrmals; frequent; mehrfach; wiederholt; hoch; schwer; turnusmäßig; gleichmäßig; haufenweise)
frecuentemente; frecuente; con frecuencia; a menudo; usualmente; regular; mucho; periódico; muy; mucha-
frecuentemente bijvoeglijk naamwoord
-
frecuente bijvoeglijk naamwoord
-
con frecuencia bijvoeglijk naamwoord
-
a menudo bijvoeglijk naamwoord
-
usualmente bijvoeglijk naamwoord
-
regular bijvoeglijk naamwoord
-
mucho bijvoeglijk naamwoord
-
periódico bijvoeglijk naamwoord
-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
mucha bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (kräftig; breit; robust)
ancho; a lo ancho; grande; mayor; gran; alto; fuerte; amplio; robusto; fuertemente; firme; vasto; vigoroso; con fuerza; de buena salud-
ancho bijvoeglijk naamwoord
-
a lo ancho bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
mayor bijvoeglijk naamwoord
-
gran bijvoeglijk naamwoord
-
alto bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
amplio bijvoeglijk naamwoord
-
robusto bijvoeglijk naamwoord
-
fuertemente bijvoeglijk naamwoord
-
firme bijvoeglijk naamwoord
-
vasto bijvoeglijk naamwoord
-
vigoroso bijvoeglijk naamwoord
-
con fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
de buena salud bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (stabil; dauerhaft; solide; robust)
-
stark (kolossal; groß; riesig; toll; imposant; ungeheuer; gewaltig; fabelhaft; großartig; riesenhaft; grandios; titanisch; irre; eindrucksvoll; kapital; enorm; überwältigend; unermeßlich; immens; gigantisch; imponierend; himmelweit; triumphal)
-
stark (schwerverdaulich; fett; ungeheuer; großartig; energisch; schwer; scharf; gewaltig; mächtig; enorm; herrschaftlich; kolossal; formidabel)
-
stark (detailliert; ausgearbeitet; ausführlich; umfangreich; groß; weit; aufwendig; dick; ausgedehnt; langstielig; weitgehend; großzügig; umständlich; eingehend; weitschweifig; vielumfassend; hell; breit; reichlich; geräumig; weitläufig; schwerfällig; gedehnt; behäbig; extensiv; haarklein)
detallado; amplio; largo; elaborado; ancho; extenso; vasto; prolongado; extensivo; verboso; con todo detalle; dilatado; minucioso; prolijo; espacioso; holgado; intrincado; detalladamente; nimio; extinto; circunstanciado; a lo ancho; en detalle; demasiado vasto; demasiado extenso; que ha dejado de surtir efecto; en todo detalle-
detallado bijvoeglijk naamwoord
-
amplio bijvoeglijk naamwoord
-
largo bijvoeglijk naamwoord
-
elaborado bijvoeglijk naamwoord
-
ancho bijvoeglijk naamwoord
-
extenso bijvoeglijk naamwoord
-
vasto bijvoeglijk naamwoord
-
prolongado bijvoeglijk naamwoord
-
extensivo bijvoeglijk naamwoord
-
verboso bijvoeglijk naamwoord
-
con todo detalle bijvoeglijk naamwoord
-
dilatado bijvoeglijk naamwoord
-
minucioso bijvoeglijk naamwoord
-
prolijo bijvoeglijk naamwoord
-
espacioso bijvoeglijk naamwoord
-
holgado bijvoeglijk naamwoord
-
intrincado bijvoeglijk naamwoord
-
detalladamente bijvoeglijk naamwoord
-
nimio bijvoeglijk naamwoord
-
extinto bijvoeglijk naamwoord
-
circunstanciado bijvoeglijk naamwoord
-
a lo ancho bijvoeglijk naamwoord
-
en detalle bijvoeglijk naamwoord
-
demasiado vasto bijvoeglijk naamwoord
-
demasiado extenso bijvoeglijk naamwoord
-
que ha dejado de surtir efecto bijvoeglijk naamwoord
-
en todo detalle bijvoeglijk naamwoord
-
-
stark (stattlich; kräftig; robust; stämmig)
-
stark (robust; massiv; schwer; hart; kräftig; stabil; stramm; forsch; stämmig; klotzig)
-
stark (aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; schwer; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch)
violento; brusco; con mano dura; con dureza; agresivo; brutal; duro; bruto; chillón-
violento bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
con mano dura bijvoeglijk naamwoord
-
con dureza bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
duro bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stark:
Synoniemen voor "stark":
Wiktionary: stark
stark
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stark | → fuerte | ↔ hard — of drink: strong |
• stark | → fuerte | ↔ strong — capable of producing great physical force |
• stark | → resistente | ↔ strong — capable of withstanding great physical force |
• stark | → atlético | ↔ athlétique — Qui a rapport aux athlètes ou à l’athlétisme. |
• stark | → fuerte | ↔ fort — Qui a de la force. |
• stark | → fuerte | ↔ puissant — Qui a beaucoup de pouvoir. |