Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sonor:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sonor (Duits) in het Spaans

sonor:

sonor bijvoeglijk naamwoord

  1. sonor (klangreich; klangvoll; wohlklingend; wohllautend)
    sonoro
    • sonoro bijvoeglijk naamwoord
  2. sonor (melodisch; harmonisch; wohllautend; melodiös; wohlklingend)
    armonioso; armónico; melodioso; que suena bien; agradable al oído

Vertaal Matrix voor sonor:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agradable al oído harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend ausgeglichen; harmonisch
armonioso harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend ausgeglichen; harmonisch; klangvoll; klingend; melodisch; melodiös; wohlklingend; wohllautend
armónico harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend ausgeglichen; harmonisch; klangvoll; klingend; melodisch; melodiös; wohlklingend; wohllautend
melodioso harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend ausgeglichen; harmonisch; klangvoll; klingend; melodisch; melodiös; wohlklingend; wohllautend
que suena bien harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend ausgeglichen; harmonisch
sonoro klangreich; klangvoll; sonor; wohlklingend; wohllautend anschaulich; aufschlußreich; ausgeglichen; deutlich; einleuchtend; gläsern; harmonisch; klangreich; klar; klingend; schalldurchlässig; schallend; übersichtlich

Synoniemen voor "sonor":


Wiktionary: sonor

sonor
adjective
  1. klangvoll
  2. Medizin: klangvoll, volltönend