Duits
Uitgebreide vertaling voor sich ausspreiten (Duits) in het Spaans
sich ausspreiten:
-
sich ausspreiten (ausschwermen)
Vertaal Matrix voor sich ausspreiten:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| desbandarse | ausschwermen; sich ausspreiten | |
| dispersar | ausschwermen; sich ausspreiten | abtreiben; auseinanderstieben; auseinandertreiben; distribuieren; fortjagen; forttreiben; herumreichen; sich verbreiten; teilen; verbreiten; verjagen; verteilen; vertreiben; wegjagen; zuteilen |
| enjambrar | ausschwermen; sich ausspreiten |