Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal schulen

Vertaal schulen van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

schulen:
- enseñar; capacitarse para; educar; instruir; formar; prepararse para
Wiktionary:
- schulen → formar, capacitar, entrenar, adiestrar
- schulen → formar, enseñar

Duits

Uitgebreide vertaling voor schulen (Duits) in het Spaans

schulen:

schulen werkwoord

schulen (ausbilden; dressieren)
enseñar; capacitarse para; educar; instruir; formar; prepararse para
- enseñar werkwoord
- capacitarse para werkwoord
- educar werkwoord
- instruir werkwoord
- formar werkwoord
- prepararse para werkwoord

Vertaal Matrix voor schulen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enseñar		Aneignen; Anlernen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
capacitarse para	ausbilden; dressieren; schulen	büffeln; erlernen; lernen; studieren
educar	ausbilden; dressieren; schulen	anlernen; anweisen; ausbilden; beibringen; belehren; bilden; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; einweisen; einüben; entfalten; entwickeln; erlernen; erziehen; formen; großbringen; heranbilden; instruieren; lehren; lernen; proben; unterrichten; unterweisen
enseñar	ausbilden; dressieren; schulen	anbieten; anlernen; anschwellen; anweisen; aufgehen; aufweisen; ausstellen; beibringen; belegen; belehren; beweisen; darbieten; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; eintreten; einweisen; einüben; enstehen; entkeimen; entspringen; entstehen; erlernen; erstehen; erweisen; erziehen; feilbieten; gelangen; hervor holen; hervor ziehen; instruieren; lehren; lernen; nachweisen; proben; präsentieren; schwellen; sehen lassen; sich erheben; sicherheben; steigen; studieren; unterrichten; unterweisen; vorführen; vorstellen; vorweisen; vorzeigen; wachsen; werden; zeigen; zur Schau stellen
formar	ausbilden; dressieren; schulen	ablehnen; abschlagen; abweisen; anfertigen; anordnen; aufbauen; aufstellen; ausrichten; bauen; bearbeiten; beibringen; bilden; deichseln; einbauen; einführen; eingeben; einrichten; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; entstehen; entwerfen; entwickeln; erbauen; erfinden; errichten; erschaffen; erzeugen; erziehen; fabrizieren; formen; formieren; führen; gestalten; heranbilden; herrichten; herstellen; hervorbringen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; ins Leben rufen; installieren; kneten; konstruieren; kreieren; lehren; machen; modellieren; organisieren; produzieren; regeln; schaffen; schöpfen; skizzieren; starten; tun; veranstalten; verfertigen; verweigern; zurückweisen
instruir	ausbilden; dressieren; schulen	Auftrag erteilen; abwandeln; abwechseln; abändern; amendieren; anfertigen; anlernen; anweisen; ausbauen; auswirken; beibringen; belehren; bilden; dozieren; einpauken; einprägen; einstudieren; eintauschen; einweisen; einüben; entarten; entfalten; entstehen; erlernen; erschaffen; erziehen; flattern; instruieren; lehren; lernen; proben; tauschen; unterrichten; unterweisen; variieren; verfertigen; verändern; wechseln; ändern
prepararse para	ausbilden; dressieren; schulen

Synoniemen voor "schulen":

ausbilden; erziehen
einschulen; einweisen; interagieren

Wiktionary: schulen

schulen

verb

(transitiv) jemanden in einer Sache unterrichten, trainieren
- schulen → formar; capacitar; entrenar; adiestrar
(transitiv) etwas verbessern
- schulen → formar; capacitar; entrenar; adiestrar

Cross Translation:

From	To	Via
• schulen	→ formar; enseñar	↔ scholen — aan een opleiding onderwerpen

Computer vertaling door derden: