Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sarkastisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sarkastisch (Duits) in het Spaans

sarkastisch:

sarkastisch bijvoeglijk naamwoord

  1. sarkastisch (schneidend; stoppelig; scharf; )
    mordaz; sarcástico; acerbo; punzante; cáustico
  2. sarkastisch (beißend; ätzend; scharf; )
    corrosivo; tragando; cáustico

Vertaal Matrix voor sarkastisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acerbo anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
corrosivo beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; schneidend; ätzend beißende
cáustico anzüglich; beißend; bissig; einfressend; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend Zickig; beißend; beißende; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; geizig; gellend; gierig; grell; grimmig; haarig; habgierig; habsüchtig; hart; haßerfüllt; heftig; hell; höllisch; klirrend; knauserig; knickerig; knickrig; kratzbürstig; nicht großherzig; rasend; roh; rüde; scharf; scharfschneidig; schnauzig; schneidig; schnippisch; sparsam; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde
mordaz anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend beißend; beißende; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; haßerfüllt; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; scharf; scharfschneidig; schneidig; schnippisch; spitzig; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde
punzante anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend aufgeweckt; ausgeschlafen; behende; beißend; geistreich; gescheit; geschickt; messerscharf; pfiffig; scharf; scharfschneidig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; stachlig; stechend
sarcástico anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend abfällig; abschätzig; aufsässig; bedrohlich; bitter; bitterlich; boshaft; drohend; feindlich; feindselig; furchtbar; gefährlich; gehässig; giftig; herb; häslich; höhnisch; schmählich; unhold; verspottend
tragando beißend; bissig; einfressend; sarkastisch; scharf; schneidend; ätzend fressend; in sich hinein stopfend; verschlingend

Synoniemen voor "sarkastisch":


Wiktionary: sarkastisch

sarkastisch
adjective
  1. beißend, beziehungsweise verbittert höhnisch (auch: stärkere Form von ironisch)

Cross Translation:
FromToVia
sarkastisch sarcástico sarcastic — Containing sarcasm
sarkastisch sarcástico sarcastic — Having the personality trait of expressing sarcasm

Computer vertaling door derden: