Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. raus:


Duits

Uitgebreide vertaling voor raus (Duits) in het Spaans

raus:

raus bijvoeglijk naamwoord

  1. raus
    fuera; de ahí; por ahí; de ello

Vertaal Matrix voor raus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuera Außenherum
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de ahí raus auf diese Weise; danach; daraus; darum; deshalb; von diesem Punkt ab; von dort
de ello raus daraus; darüber; hieraus; hierhin; von hier aus
fuera raus ab; ausgenommen; aushäusig; außer; außerdem; dabei; daneben; darüber; draußen; herunter; hinaus; im Freien; in der Natur; namentlich; ohne; sonstig; weg; zusätzlich
por ahí raus danach; daraus