Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- qualifiziert:
- qualifizieren:
-
Wiktionary:
- qualifiziert → calificado
- qualifizieren → cualificar, calificar
Duits
Uitgebreide vertaling voor qualifiziert (Duits) in het Spaans
qualifiziert:
-
qualifiziert (geschult; erfahren; routiniert)
licenciado; calificado; capacitado; diplomado-
licenciado bijvoeglijk naamwoord
-
calificado bijvoeglijk naamwoord
-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
diplomado bijvoeglijk naamwoord
-
-
qualifiziert (erfahren; geübt; gewandt; geschult; routiniert; bewandert)
capacitado; experimentado; capaz; experto; profesional; competente; versado en-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
experimentado bijvoeglijk naamwoord
-
capaz bijvoeglijk naamwoord
-
experto bijvoeglijk naamwoord
-
profesional bijvoeglijk naamwoord
-
competente bijvoeglijk naamwoord
-
versado en bijvoeglijk naamwoord
-
-
qualifiziert (erfahren; gewandt; geübt; geschult; bewandert)
capacitado; capaz; competente; calificado; versado en; bien amasado-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
capaz bijvoeglijk naamwoord
-
competente bijvoeglijk naamwoord
-
calificado bijvoeglijk naamwoord
-
versado en bijvoeglijk naamwoord
-
bien amasado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor qualifiziert:
Synoniemen voor "qualifiziert":
Wiktionary: qualifiziert
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• qualifiziert | → calificado | ↔ qualified — meeting requirements |
qualifizieren:
qualifizieren werkwoord (qualifiziere, qualifizierst, qualifiziert, qualifizierte, qualifiziertet, qualifiziert)
-
qualifizieren
calificarse para; calificar; calificar de-
calificarse para werkwoord
-
calificar werkwoord
-
calificar de werkwoord
-
-
qualifizieren (herrichten)
-
qualifizieren (sich unterscheiden für)
calificarse para-
calificarse para werkwoord
-
Conjugations for qualifizieren:
Präsens
- qualifiziere
- qualifizierst
- qualifiziert
- qualifizieren
- qualifiziert
- qualifizieren
Imperfekt
- qualifizierte
- qualifiziertest
- qualifizierte
- qualifizierten
- qualifiziertet
- qualifizierten
Perfekt
- habe qualifiziert
- hast qualifiziert
- hat qualifiziert
- haben qualifiziert
- habt qualifiziert
- haben qualifiziert
1. Konjunktiv [1]
- qualifiziere
- qualifizierest
- qualifiziere
- qualifizieren
- qualifizieret
- qualifizieren
2. Konjunktiv
- qualifizierte
- qualifiziertest
- qualifizierte
- qualifizierten
- qualifiziertet
- qualifizierten
Futur 1
- werde qualifizieren
- wirst qualifizieren
- wird qualifizieren
- werden qualifizieren
- werdet qualifizieren
- werden qualifizieren
1. Konjunktiv [2]
- würde qualifizieren
- würdest qualifizieren
- würde qualifizieren
- würden qualifizieren
- würdet qualifizieren
- würden qualifizieren
Diverses
- qualifizier!
- qualifiziert!
- qualifizieren Sie!
- qualifiziert
- qualifizierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor qualifizieren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adecuar | herrichten; qualifizieren | |
apropiar | herrichten; qualifizieren | |
calificar | qualifizieren | benennen; ernennen; loben; lobpreisen; nennen; preisen; rühmen |
calificar de | qualifizieren | benennen; ernennen; nennen |
calificarse para | qualifizieren; sich unterscheiden für | |
hacer adecuado | herrichten; qualifizieren |
Synoniemen voor "qualifizieren":
Wiktionary: qualifizieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• qualifizieren | → cualificar; calificar | ↔ kwalificeren — voldoen aan de voorwaarden om ergens aan mee te kunnen doen |