Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. netto:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor netto (Duits) in het Spaans

netto:

netto bijvoeglijk naamwoord

  1. netto
    neto; evidente; correcto
  2. netto
    neto
    • neto bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor netto:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neto netto glockenrein; lauter; nicht verschnitten; pur; rein; sauber; unverfälscht; unverschnitten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
correcto netto achtenswert; akkurat; angemessen; anmutig; ansehnlich; anständig; apart; artig; aufrichtig; beträchtlich; ehrbar; ehrenwert; ehrlich; einwandfrei; elegant; erheblich; fair; fehlerfrei; fehlerlos; fein; fleckenlos; galant; gebildet; gehörig; genau; gepflegt; gerade; geradeheraus; gerecht; geschmacksvoll; geschmeidig; gewissenhaft; geziemend; glockenrein; grazil; graziös; gründlich; gut; haargenau; herb; höflich; korrekt; lauter; makellos; minuziös; nicht verschnitten; offen; offenherzig; ordentlich; passend; peinlich genau; perfekt; pur; recht; redlich; rein; richtig; sauber; schicklich; sittsam; stilvoll; tadellos; treugesinnt; treuherzig; tugendhaft; unverfälscht; unverschnitten; wohlanständig; wohlerzogen; ziemlich; zivilisiert
evidente netto anschaulich; anscheinend; aufschlußreich; augenscheinlich; automatisch; begreiflich; blank; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; entschieden; erkennbar; faßlich; ganz offensichtlich; gemeinverständlich; geradlinig; glashell; gläsern; kerzengerade; klar; klar wie Klosbrühe; mechanisch; natürlich; offensichtlich; routinemäßig; scheinbar; schnurgerade; selbsttätig; selbstverständlich; sicher; sichtbar; sonnenklar; unverkennbar; unwillkürlich; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; zwangsläufig; überdeutlich; übersichtlich

Wiktionary: netto


Cross Translation:
FromToVia
netto neto net — remaining after expenses or deductions