Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal kundgegeben

Vertaal kundgegeben van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. kundgegeben:
  2. kundgeben:

Duits

Uitgebreide vertaling voor kundgegeben (Duits) in het Spaans

kundgegeben:

kundgegeben bijvoeglijk naamwoord

  1. kundgegeben (demonstriert)
    expresado; manifestado

Vertaal Matrix voor kundgegeben:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expresado demonstriert; kundgegeben gesagt; gesprochen
manifestado demonstriert; kundgegeben demonstriert

kundgeben:

kundgeben werkwoord (gebee kund, gebest kund, gebet kund, gebete kund, gebetet kund, kundgegeben)

  1. kundgeben (ansagen; anschreiben)
    anunciar; convocar; hacer saber; llamar; avisar; comunicar; dar a conocer; intimar; convocar a; citar a juicio
  2. kundgeben (öffnen; offenbaren; vorführen; )
    manifestarse
  3. kundgeben (etwas ankündigen; melden; annoncieren; ansagen; ankündigen)
    mencionar; comunicar; anunciar; informar de; presentar
  4. kundgeben (annoncieren; melden; ansagen; ankündigen)
    anunciar; presentar; mencionar

Conjugations for kundgeben:

Präsens
  1. gebee kund
  2. gebest kund
  3. gebet kund
  4. gebeen kund
  5. gebet kund
  6. gebeen kund
Imperfekt
  1. gebete kund
  2. gebetest kund
  3. gebete kund
  4. gebeten kund
  5. gebetet kund
  6. gebeten kund
Perfekt
  1. habe kundgegeben
  2. hast kundgegeben
  3. hat kundgegeben
  4. haben kundgegeben
  5. habt kundgegeben
  6. haben kundgegeben
1. Konjunktiv [1]
  1. gebee kund
  2. gebeest kund
  3. gebee kund
  4. gebeen kund
  5. gebeet kund
  6. gebeen kund
2. Konjunktiv
  1. gebete kund
  2. gebetest kund
  3. gebete kund
  4. gebeten kund
  5. gebetet kund
  6. gebeten kund
Futur 1
  1. werde kundgeben
  2. wirst kundgeben
  3. wird kundgeben
  4. werden kundgeben
  5. werdet kundgeben
  6. werden kundgeben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde kundgeben
  2. würdest kundgeben
  3. würde kundgeben
  4. würden kundgeben
  5. würdet kundgeben
  6. würden kundgeben
Diverses
  1. gebe kund!
  2. gebet kund!
  3. gebeen Sie kund!
  5. kundgegeben
  6. kundgebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor kundgeben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avisar Ankündigen; Anmelden; Ansagen; Anschreiben
llamar Abberufen; Die Klingel läuten; Klingeln; Weggerufen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anunciar ankündigen; annoncieren; ansagen; anschreiben; etwas ankündigen; kundgeben; melden angeben; ankündigen; anmelden; annoncieren; ansagen; anzeigen; auffordern; aufrufen; bekanntgeben; bekanntmachen; deklarieren; dämmern; einberufen; erinnern; etwas erlaßen; fordern; herausfordern; herbeirufen; informieren; inserieren; laden; mahnen; melden; mitteilen; proklamieren; rufen; tagen; verkünden; verkündigen; verlesen; veröffentlichen; von etwas in Kenntnis setzen; vor Gericht laden; vorladen; warnen
avisar ansagen; anschreiben; kundgeben angeben; anmelden; anzeigen; auffordern; aufrufen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; deklarieren; dämmern; einberufen; erinnern; erklären; erwähnen; fordern; herausfordern; herbeirufen; informieren; laden; mahnen; melden; mitteilen; nennen; proklamieren; rufen; sein Meinung geben; tagen; titulieren; verkünden; verkündigen; von etwas in Kenntnis setzen; vor Gericht laden; vorladen; warnen
citar a juicio ansagen; anschreiben; kundgeben anmahnen; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; ermahnen; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
comunicar ankündigen; annoncieren; ansagen; anschreiben; etwas ankündigen; kundgeben; melden anmelden; anzeigen; aufklären; aufmerksam machen; ausdrücken; ausposaunen; austragen; babbeln; befördern; bekanntgeben; bemerken; benachrichtigen; berichten; deklamieren; denunzieren; durchsagen; durchstellen; eine Aussage machen; erklären; erzählen; faseln; herumerzählen; hinweisen; hinüberbringen; informieren; klatschen; kommunizieren; konversieren; melden; mitteilen; petzen; plappern; plaudern; proklamieren; quasseln; quatschen; reden; sagen; schwatzen; schwätzen; sein Meinung geben; sprechen; transportieren; tratschen; verkünden; verkündigen; von etwas in Kenntnis setzen; warnen; weitererzählen; weiterleiten; äußern; übertragen
convocar ansagen; anschreiben; kundgeben auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen; zusammenrufen
convocar a ansagen; anschreiben; kundgeben aufbieten; auffordern; aufrufen; dämmern; einberufen; erinnern; fordern; herausfordern; herbeirufen; kommen lassen; laden; mahnen; rufen; tagen; vor Gericht laden; vorladen; zu sich rufen
dar a conocer ansagen; anschreiben; kundgeben informieren; mitteilen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
hacer saber ansagen; anschreiben; kundgeben anzeigen; aufklären; aufmerksam machen; bekanntgeben; benachrichtigen; deklamieren; hinweisen; informieren; melden; mitteilen; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
informar de ankündigen; annoncieren; ansagen; etwas ankündigen; kundgeben; melden anmelden; anzeigen; berichten; erläutern; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; proklamieren; sagen; verkünden; verkündigen; von etwas in Kenntnis setzen; warnen; wiedergeben
intimar ansagen; anschreiben; kundgeben anmahnen; auffordern; ermahnen; fordern; mahnen
llamar ansagen; anschreiben; kundgeben anrufen; aufbieten; auffordern; aufrufen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; dämmern; einberufen; einrufen; erinnern; erklären; ernennen; erwähnen; fordern; herausfordern; herbeirufen; informieren; klingeln; kommen lassen; laden; läuten; mahnen; melden; mitteilen; nennen; rufen; tagen; telefonieren; titulieren; vor Gericht laden; vorladen; zu sich rufen; zuziehen
manifestarse entschleiern; erleuchten; eröffnen; freigeben; hervorbringen; kundgeben; offenbaren; vorführen; vorweisen; öffnen annehmen; aufstellen; behaupten; demonstrieren; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; entpuppen; feststellen; konstatieren
mencionar ankündigen; annoncieren; ansagen; etwas ankündigen; kundgeben; melden Meldung machen von; anmelden; anzeigen; aufführen; aufzählen; ausschreiben; bekanntgeben; benennen; erklären; ernennen; erwähnen; informieren; melden; mitteilen; nennen; titulieren; verkünden; von etwas in Kenntnis setzen; warnen
presentar ankündigen; annoncieren; ansagen; etwas ankündigen; kundgeben; melden anbieten; anmelden; anregen; antreiben; anzeigen; aufjagen; aufweisen; aushängen; ausmachen; ausschreiben; ausstellen; belegen; bestimmen; beweisen; bieten; bloßlegen; darbieten; darreichen; darstellen; einflüstern; eingeben; einhelfen; einreichen; enttarnen; ermessen; erweisen; feilbieten; forttreiben; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; nachweisen; nötigen; prophezeien; präsentieren; raten; reichen; rendern; schätzen; sehen lassen; soufflieren; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorführen; vorhersagen; vorlegen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorstellen; vorweisen; vorwärtstreiben; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen; zuraten; überschlagen

Synoniemen voor "kundgeben":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0654 seconde
Page rendered in 1.0 seconds