Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. knoten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor knoten (Duits) in het Spaans

knoten:

knoten werkwoord

  1. knoten (verknoten; verbinden; anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen)
    abrochar; abotonar

Vertaal Matrix voor knoten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrochar Anschnallen; festschnallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abotonar anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten abschliessen; festknöpfen; schließen; schnüren; verknoten; zuknöpfen; zumachen; zusammenbinden
abrochar anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten abschliessen; anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; festknöpfen; haken; koppeln; kuppeln; schließen; schnüren; verknoten; zubinden; zuknöpfen; zumachen; zusammenbinden

Synoniemen voor "knoten":


Wiktionary: knoten


Cross Translation:
FromToVia
knoten anudar knot — form into a knot; tie with knot(s)
knoten anudar knopen — een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken
knoten anudar; ligar; atar nouerlier au moyen d’un nœud, d'un lien.

Verwante vertalingen van knoten