Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
karg:
- seco; árido; bajo; insuficiente; inferior; exiguo; de segunda; malvado; de poco calibre; de mala calidad; de menor calibre; deficiente; escaso; flaco; enjuto; reseco; inmaduro; poco; pobre; escasamente; apenas; reducido; parco; magro; raras veces; pequeña; menudo; suelto; frágil; delgaducho; tacaño; pequeño; mediocre; minúsculo; poco resistente; fino; flojo; nulo; ralo; insignificante; escuálido; mísero; frugal; enrarecido; poco espeso; sin fuerza; mezquino; deplorable; abominable; delgado; descarnado; endeble; estéril; ineficaz; infecundo; no fértil
-
Wiktionary:
- karg → coña, coño, agallas, tacaña, tacaño, estreñido, rácana, rácano, estreñida, cutre, avaricioso, avara, avaro, avariciosa, económico, parsimonioso, parsimoniosa, económica, ahorrativo, ahorradora, ahorrativa, ahorrador, árido, árida, escaso, escasa, poco, poca
- karg → escaso, raro, rara
Duits
Uitgebreide vertaling voor karg (Duits) in het Spaans
karg:
-
karg (vertrocknet; trocken; dürr; öde; fruchtlos; welk; unfruchtbar)
-
karg (untergeordnet; ärmlich; gebrechlich; unzureichend; ungenügend; armselig; schwach; zweitklassig; niedrig; dürftig; schäbig; kärglich; minderwertig; hinfällig; zweitrangig)
bajo; insuficiente; inferior; exiguo; de segunda; malvado; de poco calibre; de mala calidad; de menor calibre; deficiente-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
insuficiente bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
exiguo bijvoeglijk naamwoord
-
de segunda bijvoeglijk naamwoord
-
malvado bijvoeglijk naamwoord
-
de poco calibre bijvoeglijk naamwoord
-
de mala calidad bijvoeglijk naamwoord
-
de menor calibre bijvoeglijk naamwoord
-
deficiente bijvoeglijk naamwoord
-
-
karg (trocken; knapp; dürr; kärglich; mager)
-
karg (unreif; kärglich; dürftig; schäbig; ärmlich; minderwertig; armselig; schofel)
-
karg (einige; wenig; sparsam; spärlich; ärmlich; mager; kärglich; armselig; dürftig)
poco; pobre; escasamente; escaso; enjuto; apenas; reducido; parco; magro; exiguo; raras veces-
poco bijvoeglijk naamwoord
-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
escasamente bijvoeglijk naamwoord
-
escaso bijvoeglijk naamwoord
-
enjuto bijvoeglijk naamwoord
-
apenas bijvoeglijk naamwoord
-
reducido bijvoeglijk naamwoord
-
parco bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
exiguo bijvoeglijk naamwoord
-
raras veces bijvoeglijk naamwoord
-
-
karg (schmächtig; dünn; mager; gebrechlich; nichtig; dürftig; hager; kärglich; kränklich)
flaco; pequeña; menudo; pobre; suelto; frágil; magro; delgaducho; escaso; tacaño; pequeño; mediocre; minúsculo; poco resistente; fino; flojo; reducido; nulo; parco; enjuto; ralo; exiguo; insignificante; escuálido; mísero; frugal; enrarecido; poco espeso; sin fuerza-
flaco bijvoeglijk naamwoord
-
pequeña bijvoeglijk naamwoord
-
menudo bijvoeglijk naamwoord
-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
suelto bijvoeglijk naamwoord
-
frágil bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
delgaducho bijvoeglijk naamwoord
-
escaso bijvoeglijk naamwoord
-
tacaño bijvoeglijk naamwoord
-
pequeño bijvoeglijk naamwoord
-
mediocre bijvoeglijk naamwoord
-
minúsculo bijvoeglijk naamwoord
-
poco resistente bijvoeglijk naamwoord
-
fino bijvoeglijk naamwoord
-
flojo bijvoeglijk naamwoord
-
reducido bijvoeglijk naamwoord
-
nulo bijvoeglijk naamwoord
-
parco bijvoeglijk naamwoord
-
enjuto bijvoeglijk naamwoord
-
ralo bijvoeglijk naamwoord
-
exiguo bijvoeglijk naamwoord
-
insignificante bijvoeglijk naamwoord
-
escuálido bijvoeglijk naamwoord
-
mísero bijvoeglijk naamwoord
-
frugal bijvoeglijk naamwoord
-
enrarecido bijvoeglijk naamwoord
-
poco espeso bijvoeglijk naamwoord
-
sin fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
-
karg (dürftig; spärlich; schmächtig; miserabel; empfindlich; knapp; klein; schwach; winzig; geringfügig; sparsam; mager; hager; kläglich; eng; fein; schlecht; gering; hohl; dünn; öde; hinfällig; schlapp; hilflos; schlaff; schäbig; handlich; unscheinbar; ungültig; zerbrechlich; flau; schütter; nichtig; vergänglich; gedrungen; grundlos; kärglich; schadhaft; gebrechlich; schwächlich; kränklich; sehrklein)
pobre; mezquino; deplorable; abominable; magro; insignificante-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
deplorable bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
insignificante bijvoeglijk naamwoord
-
-
karg (armselig; empfindlich; knapp; schmächtig; winzig; geringfügig; eng; gering; hinfällig; dürftig; schäbig; hager; ärmlich)
pobre; delgado; magro; flaco; minúsculo; reducido; descarnado; endeble; delgaducho; poco espeso-
pobre bijvoeglijk naamwoord
-
delgado bijvoeglijk naamwoord
-
magro bijvoeglijk naamwoord
-
flaco bijvoeglijk naamwoord
-
minúsculo bijvoeglijk naamwoord
-
reducido bijvoeglijk naamwoord
-
descarnado bijvoeglijk naamwoord
-
endeble bijvoeglijk naamwoord
-
delgaducho bijvoeglijk naamwoord
-
poco espeso bijvoeglijk naamwoord
-
-
karg (dürr; schal; trocken; schofel; öde; schäbig; unfruchtbar; kärglich)
flaco; árido; deficiente; estéril; exiguo; reseco; ineficaz; infecundo; no fértil; de poco calibre; de menor calibre-
flaco bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
deficiente bijvoeglijk naamwoord
-
estéril bijvoeglijk naamwoord
-
exiguo bijvoeglijk naamwoord
-
reseco bijvoeglijk naamwoord
-
ineficaz bijvoeglijk naamwoord
-
infecundo bijvoeglijk naamwoord
-
no fértil bijvoeglijk naamwoord
-
de poco calibre bijvoeglijk naamwoord
-
de menor calibre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor karg:
Synoniemen voor "karg":
Wiktionary: karg
karg
Cross Translation:
adjective
-
veraltend: penibel darauf achtend, so viel wie möglich für sich zu behalten
-
mit dem, was man zu geben bereit ist, zurückhaltend
- karg → económico; parsimonioso; parsimoniosa; económica; ahorrativo; ahorradora; ahorrativa; ahorrador
-
Landwirtschaft: ertragsarm
-
bezüglich Anerkennung, Begeisterung, Zuspruch; Bericht, Nachrichten; Lichtquelle, und so weiter knapp, gering bemessen
-
bezüglich Bezahlung, Nahrung, Zeit, und so weiter knapp, gering bemessen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• karg | → escaso | ↔ insuffisant — Qui ne suffire pas. |
• karg | → raro; rara | ↔ rare — Qui est en petit nombre, qui se trouve difficilement. |