Duits
Uitgebreide vertaling voor kaputtgebrochen (Duits) in het Spaans
kaputtgebrochen:
-
kaputtgebrochen (beschädigt; kaputt; defekt; ramponiert; angeschlagen; schadhaft; zerrissen; zerbrochen; gebrochen; durchgebrochen; entzwei)
-
kaputtgebrochen (durchgebrochen; gebrochen; zerbrochen; kaputt; defekt)
fracturado; hecho añicos; hecho trizas-
fracturado bijvoeglijk naamwoord
-
hecho añicos bijvoeglijk naamwoord
-
hecho trizas bijvoeglijk naamwoord
-