Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal kaitulieren

Vertaal kaitulieren van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

kaitulieren:
- devolver; entregar a; enviar; mandar; remitir; retransmitir

Duits

Uitgebreide vertaling voor kaitulieren (Duits) in het Spaans

kaitulieren:

kaitulieren werkwoord

kaitulieren (ausliefern; übergeben; aushändigen)
devolver; entregar a; enviar; mandar; remitir; retransmitir
- devolver werkwoord
- entregar a werkwoord
- enviar werkwoord
- mandar werkwoord
- remitir werkwoord
- retransmitir werkwoord

Vertaal Matrix voor kaitulieren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
enviar		Absenden; Sendung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
devolver	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	abgeben; abstehen; abtreten; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; erbrechen; ergeben; erstatten; herauswürgen; honorieren; kotzen; rückerstatten; sich erbrechen; sich übergeben; speien; spucken; vergüten; wiedergeben; zurückbringen; zurückerstatten; zurückgeben; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurückwerfen; zurückzahlen; zustandebringen; zürückschicken; übergeben; überlassen
entregar a	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	abgeben; abliefern; besorgen; bestellen; bringen; ins Haus liefern; liefern; senden; zustellen
enviar	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	E-Mail senden; abfertigen; ablehnen; abschicken; abschieben; absenden; abstoßen; abweisen; disponieren; einreichen; einschicken; einsenden; entlassen; feuern; herumschicken; jemand etwas zuschicken; nachschicken; nachsenden; schicken; senden; suspendieren; verabschieden; verschicken; versenden; wegschicken; wegsenden; weiterschicken; zum Versand bringen; zurückweisen; zusenden
mandar	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	Auftrag erteilen; Herr sein über; abgeben; ablehnen; abliefern; abschicken; abschieben; absenden; abweisen; anführen; anordnen; auftragen; beauftragen; befehlen; beherrschen; besorgen; bestellen; bringen; die Oberhand haben; diktieren; dirigieren; durchführen; durchsetzen; einschicken; einsenden; entlassen; erlassen; feuern; führen; gebieten; herrschen; herrschen über; ins Haus liefern; jemand etwas zuschicken; kommandieren; leiten; lenken; liefern; majorisieren; mächtiger sein; regieren; schalten; schicken; senden; steuern; suspendieren; verabschieden; verordnen; verschicken; versenden; vorschreiben; walten; wegschicken; wegsenden; zum Versand bringen; zurückweisen; zusenden; zustellen
remitir	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	abschicken; absenden; deponieren; einsenden; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; rückerstatten; schicken; senden; umbuchen von Geld; verschicken; versenden; wegschicken; wegsenden; zum Versand bringen; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zurückwerfen; zusenden; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen
retransmitir	aushändigen; ausliefern; kaitulieren; übergeben	abschicken; absenden; einschicken; einsenden; erneut senden; rundfunken; schicken; senden; verschicken; versenden; wegschicken; wegsenden; wiederholen; zum Versand bringen; zusenden

Computer vertaling door derden: