Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal insHausliefern

Vertaal insHausliefern van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

insHausliefern:
- pedir; entregar; encargar; repartir

Duits

Uitgebreide vertaling voor insHausliefern (Duits) in het Spaans

insHausliefern:

insHausliefern werkwoord

insHausliefern (anfordern; bestellen; zustellen; austragen; liefern; senden)
pedir; entregar; encargar; repartir
- pedir werkwoord
- entregar werkwoord
- encargar werkwoord
- repartir werkwoord

Vertaal Matrix voor insHausliefern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pedir		Anfordern; Bestellen; Einholen; Einziehen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
encargar	anfordern; austragen; bestellen; insHausliefern; liefern; senden; zustellen	Auftrag erteilen; Auftrag geben; anweisen; auftragen; beauftragen; befehlen; im voraus bestellen; in Pflege geben; kommandieren; unterbringen; verdingen; vergeben; vorbestellen
entregar	anfordern; austragen; bestellen; insHausliefern; liefern; senden; zustellen	abgeben; abliefern; abstehen; abtragen; abtreten; anbieten; aufgeben; ausbezahlen; ausliefern; ausstellen; austeilen; austragen; begünstigen; besorgen; bestellen; bevorrechten; bevorzugen; bewilligen; bringen; darreichen; einliefern; einreichen; einschenken; einschreiben; einsenden; ergeben; erlauben; erweisen; geben; genehmigen; gewähren; gießen; gutheißen; gönnen; hergeben; herreichen; herüberreichen; hinhalten; hinüberreichen; ins Haus liefern; ins Haus schicken; liefern; offerieren; präsentieren; reichen; rundbringen; schenken; senden; spenden; stiften; verehren; vergönnen; verschenken; vorlegen; zuerkennen; zustellen; übergeben; überlassen; überliefern; überreichen; übertragen an
pedir	anfordern; austragen; bestellen; insHausliefern; liefern; senden; zustellen	anfordern; anfragen; ansuchen; auffordern; aufrufen; beantragen; beten; betteln; bitten; dämmern; einberufen; einen Antrag machen; einfordern; erinnern; ersuchen; flehen; fordern; fragen; herausfordern; herbeirufen; laden; mahnen; rufen; sich erkundigen; tagen; vor Gericht laden; vorladen
repartir	anfordern; austragen; bestellen; insHausliefern; liefern; senden; zustellen	abgeben; abliefern; abschicken; aufgliedern; aufteilen; ausgeben; aushändigen; ausliefern; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; bestellen; bringen; distribuieren; dividieren; einbringen; einteilen; geben; gewähren; gliedern; gruppieren; gönnen; herbeibringen; herbeischaffen; herumreichen; holen; ins Haus schicken; klassifizieren; liefern; ordnen; rundbringen; schaffen; scheiden; senden; sich aufteilen; sich teilen; sich trennen; sortieren; teilen; trennen; verabreichen; verbreiten; vermitteln; verschaffen; verschicken; verteilen; zuerkennen; zugestehen; zustellen; zuteilen; zuweisen; überreichen

Computer vertaling door derden: