Duits
Uitgebreide vertaling voor imperativ (Duits) in het Spaans
imperativ:
-
imperativ (zwingend; unabweislich)
imperativo; exigente; autoritario; coactivo; obligatorio; imperioso-
imperativo bijvoeglijk naamwoord
-
exigente bijvoeglijk naamwoord
-
autoritario bijvoeglijk naamwoord
-
coactivo bijvoeglijk naamwoord
-
obligatorio bijvoeglijk naamwoord
-
imperioso bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor imperativ:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imperativo | Imperativ | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
autoritario | imperativ; unabweislich; zwingend | autoritär; gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig |
coactivo | imperativ; unabweislich; zwingend | |
exigente | imperativ; unabweislich; zwingend | anspruchsvoll; anstrengend; bedenklich; kompliziert; kritisch; problematisch; schwierig; verlangend |
imperativo | imperativ; unabweislich; zwingend | bindende; gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig |
imperioso | imperativ; unabweislich; zwingend | anmaßend; belehrend; gebieterisch; geboten; herrisch; herrschsüchtig; schulmeisterhaft; schulmeisterlich |
obligatorio | imperativ; unabweislich; zwingend | bindende; erforderlich; gebunden; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; pflicht; pflichtgemäß; reglementarisch; steif; unfrei; unfreiwillig; verbindlich; verpflichtend; verpflichtet; vorschriftsmäßig; zwanghaft; zwangsmäsig; zwangsmässig |
Computer vertaling door derden: