Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. immer wieder:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor immer wieder (Duits) in het Spaans

immer wieder:

immer wieder bijvoeglijk naamwoord

  1. immer wieder (jedes Mal; immer)
    cada vez; siempre de nuevo; otra y otra vez

Vertaal Matrix voor immer wieder:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cada vez immer; immer wieder; jedes Mal andauernd; anhaltend; durchgehend; fortgesetzt; fortwährend; immer; jedesmal; konstant; kontinuierlich; unabgebrochen; unablässig; unaufhörlich; ununterbrochen
otra y otra vez immer; immer wieder; jedes Mal
siempre de nuevo immer; immer wieder; jedes Mal immer; jedesmal

Synoniemen voor "immer wieder":


Wiktionary: immer wieder


Cross Translation:
FromToVia
immer wieder una y otra vez again and again — repeatedly
immer wieder una y otra vez over and over — repeatedly

Verwante vertalingen van immer wieder