Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal herunterschlucken

Vertaal herunterschlucken van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

herunterschlucken:
- tragar; ingerir; tragarse; tomar

Duits

Uitgebreide vertaling voor herunterschlucken (Duits) in het Spaans

herunterschlucken:

herunterschlucken werkwoord

herunterschlucken (hinunterschlucken; hinunterschlingen)
tragar; ingerir; tragarse; tomar
- tragar werkwoord
- ingerir werkwoord
- tragarse werkwoord
- tomar werkwoord

Vertaal Matrix voor herunterschlucken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tomar		Festnehmen; Festpacken
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ingerir	herunterschlucken; hinunterschlingen; hinunterschlucken	aufessen; auffressen; bunkern; einnehmen; einstecken; fressen; futtern; genießen; hereinkriegen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; nehmen; schlingen; schlucken; schwelgen; stopfen; verschlingen; verschlucken; verspeisen; vertilgen; verzehren; ätzen
tomar	herunterschlucken; hinunterschlingen; hinunterschlucken	Abnormal intrigieren; aneinanderreihen; annehmen; annektieren; antun; anwenden; aufarbeiten; aufbrauchen; aufessen; auffressen; aufmachen; aufnehmen; aufsetzen; aufstellen; aufwenden; aufzehren; ausbeuten; ausfertigen; ausspielen; backen; ballen; bekommen; belaufen; benutzen; berühren; besiegen; betreffen; bewandern; bewegen; bunkern; dinieren; eingreifen; einpacken; einstecken; erfassen; ergreifen; erhaschen; ernähren; erobern; erregen; ertappen; erwischen; essen; examinieren; fangen; fassen; faszinieren; fesseln; festnehmen; fressen; futtern; füttern; gebrauchen; gehen; genießen; grabbeln; greifen; handhaben; hantieren; hereinkriegen; hervorholen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; holen; inspizieren; intrigieren; kappen; ketten; knutschen; konsumieren; kontrollieren; kriegen; mustern; nehmen; packen; praktizieren; prüfen; rühren; schlagen; schlingen; schlucken; schmieden; schnappen; schwelgen; soupieren; speisen; stopfen; tafeln; treffen; tun; verhaften; verketten; verrichten; verschlingen; verschlucken; verspeisen; vertilgen; verwenden; verzehren; wandern; ätzen; übernehmen
tragar	herunterschlucken; hinunterschlingen; hinunterschlucken	aufessen; auffressen; bunkern; einstecken; fressen; futtern; genießen; hereinkriegen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; nehmen; schlingen; schlucken; schwelgen; stopfen; verkraften; verschlingen; verschlucken; verspeisen; verstauen; vertilgen; verzehren; ätzen
tragarse	herunterschlucken; hinunterschlingen; hinunterschlucken	aufessen; auffressen; bunkern; einstecken; fressen; futtern; genießen; hereinkriegen; hineinstopfen; hinunterschlingen; hinunterschlucken; nehmen; runterschlucken; schlingen; schlucken; schwelgen; stopfen; verschlingen; verschlucken; verspeisen; vertilgen; verzehren; wegschlucken; ätzen