Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- hergestellt:
-
herstellen:
- hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; fabricar; desarrollar; concebir; armar; reparar; convertirse en; trazar; remendar; elaborar; levantar; rehabilitar; reformar; alzar; actualizar; sanear; renovar; reorganizar; cambiar; prosperar; florecer; restaurar; innovar; modernizar; poner; depositar; situar; deponer; mover; estacionar; publicar; derribar; destinar; depositar sobre; realizar
-
Wiktionary:
- herstellen → fabricar, producir, establecer
- herstellen → establecer, fabricar, producir, confeccionar, hacer, manufacturar
Duits
Uitgebreide vertaling voor hergestellt (Duits) in het Spaans
hergestellt:
-
hergestellt (gemacht; produziert; geschaffen)
producido; fabricado; confeccionado; elaborado-
producido bijvoeglijk naamwoord
-
fabricado bijvoeglijk naamwoord
-
confeccionado bijvoeglijk naamwoord
-
elaborado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor hergestellt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
confeccionado | gemacht; geschaffen; hergestellt; produziert | |
elaborado | gemacht; geschaffen; hergestellt; produziert | aufwendig; ausführlich; ausgearbeitet; ausgedehnt; behäbig; breit; detailliert; dick; eingehend; extensiv; gedehnt; geräumig; grob; groß; großzügig; haarklein; hell; langstielig; maßlos; reichlich; schwerfällig; stark; umfangreich; umständlich; verwirklicht; vielumfassend; weit; weitgehend; weitläufig; weitschweifig |
fabricado | gemacht; geschaffen; hergestellt; produziert | erschaffen; gemacht; geschaffen; kreiert |
producido | gemacht; geschaffen; hergestellt; produziert | fertiggestellt |
hergestellt vorm van herstellen:
-
herstellen (ins Leben rufen; machen; produzieren; kreieren; schaffen; verfertigen; bilden; erschaffen; fabrizieren; entwickeln; tun; konstruieren; entwerfen; erzeugen; schöpfen; gestalten; erfinden; anfertigen; hervorbringen; formen; entstehen; skizzieren)
hacer; crear; producir; diseñar; ganar; componer; compilar; montar; formar; fabricar; desarrollar; concebir; armar; reparar; convertirse en; trazar; remendar-
hacer werkwoord
-
crear werkwoord
-
producir werkwoord
-
diseñar werkwoord
-
ganar werkwoord
-
componer werkwoord
-
compilar werkwoord
-
montar werkwoord
-
formar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
concebir werkwoord
-
armar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
trazar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
-
herstellen (produzieren; machen; verfertigen; verfassen; anfertigen; fabrizieren; entwickeln; erzeugen; fertigbringen; vorbringen; zeugen)
-
herstellen (renovieren; erneuern; wiederherstellen; neugestalten; restaurieren; wiederaufbauen)
levantar; rehabilitar; reformar; alzar; actualizar; sanear; renovar; reorganizar; cambiar; reparar; prosperar; florecer; restaurar; innovar; modernizar-
levantar werkwoord
-
rehabilitar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
alzar werkwoord
-
actualizar werkwoord
-
sanear werkwoord
-
renovar werkwoord
-
reorganizar werkwoord
-
cambiar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
prosperar werkwoord
-
florecer werkwoord
-
restaurar werkwoord
-
innovar werkwoord
-
modernizar werkwoord
-
-
herstellen (ablegen; setzen; legen; einstellen; hinstellen; stellen; aufstellen; installieren; unterbringen; anbringen; abstellen; hinlegen; einräumen; beisetzen; stationieren; einordnen; einrücken; gruppieren; abstreifen; austreiben)
poner; depositar; situar; deponer; mover; estacionar; publicar; derribar; destinar; depositar sobre-
poner werkwoord
-
depositar werkwoord
-
situar werkwoord
-
deponer werkwoord
-
mover werkwoord
-
estacionar werkwoord
-
publicar werkwoord
-
derribar werkwoord
-
destinar werkwoord
-
depositar sobre werkwoord
-
-
herstellen (erzeugen)
Conjugations for herstellen:
Präsens
- herstelle
- herstellst
- herstellt
- herstellen
- herstellt
- herstellen
Imperfekt
- herstellte
- herstelltest
- herstellte
- herstellten
- herstelltet
- herstellten
Perfekt
- habe hergestellt
- hast hergestellt
- hat hergestellt
- haben hergestellt
- habt hergestellt
- haben hergestellt
1. Konjunktiv [1]
- herstelle
- herstellest
- herstelle
- herstellen
- herstellet
- herstellen
2. Konjunktiv
- herstellte
- herstelltest
- herstellte
- herstellten
- herstelltet
- herstellten
Futur 1
- werde herstellen
- wirst herstellen
- wird herstellen
- werden herstellen
- werdet herstellen
- werden herstellen
1. Konjunktiv [2]
- würde herstellen
- würdest herstellen
- würde herstellen
- würden herstellen
- würdet herstellen
- würden herstellen
Diverses
- herstelle!
- herstellt!
- herstellen Sie!
- hergestellt
- herstellend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor herstellen:
Synoniemen voor "herstellen":
Wiktionary: herstellen
herstellen
Cross Translation:
verb
-
einen Gegenstand (gewerbsmäßig) anfertigen
-
erreichen, dass etwas zustande kommt
- herstellen → establecer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herstellen | → establecer | ↔ establish — To form; to set up in business |
• herstellen | → fabricar | ↔ manufacture — to make things |
• herstellen | → producir | ↔ produce — to make or manufacture |
• herstellen | → confeccionar; hacer; fabricar | ↔ vervaardigen — maken, samenstellen |
• herstellen | → fabricar; manufacturar; producir | ↔ fabriceren — een product door middel van werktuigen bewerken of vervaardigen |
• herstellen | → hacer; fabricar | ↔ fabriquer — exécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine. |