Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. hereinlegen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hereinlegen (Duits) in het Spaans

hereinlegen:

hereinlegen werkwoord

  1. hereinlegen (beschwindeln; verarschen)
    engañar; defraudar; dar el pego; timar; embaucar; estafar

Vertaal Matrix voor hereinlegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dar el pego beschwindeln; hereinlegen; verarschen ausnehmen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; hintergehen; prellen; verladen; zum besten haben; übervorteilen
defraudar beschwindeln; hereinlegen; verarschen Vertrauen mißbrauchen; begaunern; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; beschämen; betrogen werden; betrügen; enttäuschen; entwenden; hintergehen; hinters Licht führen; hinterziehen; jemanden prellen; klauen; neppen; prellen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten; übervorteilen
embaucar beschwindeln; hereinlegen; verarschen abgrenzen; abstecken; abzäunen; begrenzen; einhegen; einzäunen; festlegen; neppen; prellen; trassieren; umzäunen; übervorteilen
engañar beschwindeln; hereinlegen; verarschen abfangen; anpacken; aufhängen; aufziehen; ausnehmen; begaunern; begreifen; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; bestricken; betrogen werden; betrügen; erzählen; etwas bekommen; fassen; fesseln; festgreifen; foppen; grabbeln; greifen; hervorholen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; jemanden prellen; neppen; packen; prellen; täuschen; verarschen; verladen; vormachen; übertölpeln; übervorteilen
estafar beschwindeln; hereinlegen; verarschen abgrenzen; absperren; abstecken; abzäunen; anpacken; aufziehen; ausnehmen; begaunern; begreifen; begrenzen; bemogeln; bescheißen; beschneiden; beschränken; beschummeln; beschwindeln; betrügen; betören; bezaubern; eindämmen; einhegen; einschränken; einsäumen; einzäunen; fassen; festgreifen; festlegen; foppen; greifen; hintergehen; hinters Licht führen; irreführen; limitieren; neppen; packen; prellen; trassieren; umzäunen; verarschen; verladen; übertölpeln; übervorteilen
timar beschwindeln; hereinlegen; verarschen abgrenzen; abstecken; abzäunen; anheben; anpacken; aufheben; ausheben; ausnehmen; begaunern; begreifen; begrenzen; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; betrügen; einhegen; einzäunen; emporheben; erheben; fassen; festgreifen; festlegen; fremd gehen; greifen; heben; hinaufbringen; hintergehen; hinters Licht führen; hochheben; hochnehmen; hochziehen; neppen; packen; prellen; trassieren; umzäunen; verladen; übervorteilen

Synoniemen voor "hereinlegen":


Wiktionary: hereinlegen


Cross Translation:
FromToVia
hereinlegen inculpar frame — cause a person to appear guilty
hereinlegen estafar; burlar; defraudar; tangar; engañar bedriegen — iemand met kwade opzet in de waan brengen
hereinlegen engañar avoir — Tromper.
hereinlegen engatusar; trampear; chingar enculer — Tromper

Computer vertaling door derden: