Duits
Uitgebreide vertaling voor genötigt sein zu (Duits) in het Spaans
genötigt sein zu:
-
genötigt sein zu
obligar; forzar; coaccionar; compeler-
obligar werkwoord
-
forzar werkwoord
-
coaccionar werkwoord
-
compeler werkwoord
-
Vertaal Matrix voor genötigt sein zu:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coaccionar | genötigt sein zu | durch etwas genötigt werden; erpressen; nötigen; zwingen |
compeler | genötigt sein zu | befehlen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen; verpflichten |
forzar | genötigt sein zu | Gewalt gebrauchen; abbrechen; abnötigen; abzwingen; angreifen; aufbrechen; aufbringen; auflösen; aufreißen; aufsperren; aufstoßen; aufteilen; auftreten; auseinandernehmen; befehlen; dekodieren; durchführen; durchsetzen; eintreten; entehen; entfesseln; erpressen; erzwingen; forcieren; gebieten; pressen; schänden; verletzen; überfallen; überlasten |
obligar | genötigt sein zu | abnötigen; abzwingen; anordnen; auftragen; beauftragen; befehlen; diktieren; erpressen; erzwingen; forcieren; gebieten; kommandieren; pressen; verordnen; vorschreiben |