Duits
Uitgebreide vertaling voor geladen (Duits) in het Spaans
geladen:
-
geladen
cargado de munición-
cargado de munición bijvoeglijk naamwoord
-
-
geladen
-
geladen (sehr böse; böse; wütend; erzürnt; sauer; ärgerlich; aufgebracht)
enfadado; furioso; amargado; enojado; enfurecido; muy enfadado-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
enojado bijvoeglijk naamwoord
-
enfurecido bijvoeglijk naamwoord
-
muy enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
-
geladen (wütend; sauer; ärgerlich; zornig; verbissen; erzürnt; grimmig; ergrimmt)
enfadado; disgustado; airado-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
disgustado bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geladen:
Synoniemen voor "geladen":
laden:
-
laden (beladen; einladen; befrachten; aufladen)
-
laden (einladen; aufladen; verladen; befrachten; beladen)
-
laden (aufladen)
cargar un fusil-
cargar un fusil werkwoord
-
-
laden (herausfordern; aufrufen; auffordern; vorladen; herbeirufen; einberufen; vor Gericht laden; fordern; erinnern; rufen; tagen; mahnen; dämmern)
evocar; llamar; convocar; notificar; citar a juicio; avisar; hacer venir; pedir; citar; requerir; anunciar; reclutar; convocar a-
evocar werkwoord
-
llamar werkwoord
-
convocar werkwoord
-
notificar werkwoord
-
citar a juicio werkwoord
-
avisar werkwoord
-
hacer venir werkwoord
-
pedir werkwoord
-
citar werkwoord
-
requerir werkwoord
-
anunciar werkwoord
-
reclutar werkwoord
-
convocar a werkwoord
-
-
laden (elektricität aufladen; belasten; einladen; aufladen; beladen; befrachten)
Conjugations for laden:
Präsens
- lade
- lädst
- lädt
- laden
- ladet
- laden
Imperfekt
- ladete
- ladetest
- ladete
- ladeten
- ladetet
- ladeten
Perfekt
- habe geladen
- hast geladen
- hat geladen
- haben geladen
- habt geladen
- haben geladen
1. Konjunktiv [1]
- lade
- ladest
- lade
- laden
- ladet
- laden
2. Konjunktiv
- ladete
- ladetest
- ladete
- ladeten
- ladetet
- ladeten
Futur 1
- werde laden
- wirst laden
- wird laden
- werden laden
- werdet laden
- werden laden
1. Konjunktiv [2]
- würde laden
- würdest laden
- würde laden
- würden laden
- würdet laden
- würden laden
Diverses
- lade!
- ladet!
- laden Sie!
- geladen
- ladend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor laden:
Synoniemen voor "laden":
Wiktionary: laden
laden
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) jemanden (zu einer Veranstaltung) einladen
- laden → invitar
-
(transitiv) einen Akkumulator (Akku) oder Kondensator mit elektrischer Energie auffüllen
-
(transitiv) eine Schusswaffe mit Munition versehen
- laden → cargar
-
(transitiv) von einem Datenspeicher lesen (lassen)
- laden → cargar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• laden | → arrancar | ↔ boot — to start a system |
• laden | → cargar | ↔ load — to put a load on |
• laden | → cargar | ↔ load — to read into memory |
• laden | → subir | ↔ upload — to transfer data |
• laden | → cargar; encargar; comisionar | ↔ charger — garnir d’une charge. |