Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal gebräunt

Vertaal gebräunt van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

gebräunt:
- marrón; castaño; moreno; bronceado; dorado
bräunen:
- broncear; dorar; poner moreno; sofreír
Wiktionary:
- bräunen → tomar el sol, caramelizar

Duits

Uitgebreide vertaling voor gebräunt (Duits) in het Spaans

gebräunt:

gebräunt bijvoeglijk naamwoord

gebräunt (braun; sonnverbrannt)
marrón; castaño
- marrón bijvoeglijk naamwoord
- castaño bijvoeglijk naamwoord
gebräunt (braun)
moreno; bronceado; dorado; castaño
- moreno bijvoeglijk naamwoord
- bronceado bijvoeglijk naamwoord
- dorado bijvoeglijk naamwoord
- castaño bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gebräunt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
castaño		Kastanienbaum
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bronceado	braun; gebräunt	goldbraun
castaño	braun; gebräunt; sonnverbrannt
dorado	braun; gebräunt	braun gebraten; goldbraun; golden; goldfarben; goldfarbig; goldgelb; vergoldet
marrón	braun; gebräunt; sonnverbrannt
moreno	braun; gebräunt	sonnverbrannt

Synoniemen voor "gebräunt":

braun gebrannt; braun von der Sonne; braungebrannt; sonnengebräunt

bräunen:

bräunen werkwoord (bräune, bräunst, bräunt, bräunte, bräuntet, gebräunt)

bräunen
broncear; dorar; poner moreno
- broncear werkwoord
- dorar werkwoord
- poner moreno werkwoord
bräunen (rösten)
sofreír
- sofreír werkwoord

Conjugations for bräunen:

Präsens

bräune
bräunst
bräunt
bräunen
bräunt
bräunen

Imperfekt

bräunte
bräuntest
bräunte
bräunten
bräuntet
bräunten

Perfekt

bin gebräunt
bist gebräunt
ist gebräunt
sind gebräunt
seid gebräunt
sind gebräunt

1. Konjunktiv [1]

bräune
bräunest
bräune
bräunen
bräunet
bräunen

2. Konjunktiv

bräunte
bräuntest
bräunte
bräunten
bräuntet
bräunten

Futur 1

werde bräunen
wirst bräunen
wird bräunen
werden bräunen
werdet bräunen
werden bräunen

1. Konjunktiv [2]

würde bräunen
würdest bräunen
würde bräunen
würden bräunen
würdet bräunen
würden bräunen

Diverses

bräun!
bräunt!
bräunen Sie!
gebräunt
bräunend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bräunen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broncear	bräunen
dorar	bräunen	braten; vergolden
poner moreno	bräunen
sofreír	bräunen; rösten

Synoniemen voor "bräunen":

sonnen; sonnenbaden; braun werden lassen; ein Sonnenbad nehmen; in der Sonne baden

Wiktionary: bräunen

Cross Translation:

From	To	Via
• bräunen	→ tomar el sol	↔ sunbathe — to expose one's body to the sun
• bräunen	→ caramelizar	↔ caraméliser — (cuisine) transformer du sucre en caramel sous l'action de la chaleur.