Duits
Uitgebreide vertaling voor gebieterisch (Duits) in het Spaans
gebieterisch:
-
gebieterisch (herrisch; herrschsüchtig)
autoritario; mandón; predominante; imperativo; dominante; imperioso; perentorio; prevaleciente-
autoritario bijvoeglijk naamwoord
-
mandón bijvoeglijk naamwoord
-
predominante bijvoeglijk naamwoord
-
imperativo bijvoeglijk naamwoord
-
dominante bijvoeglijk naamwoord
-
imperioso bijvoeglijk naamwoord
-
perentorio bijvoeglijk naamwoord
-
prevaleciente bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebieterisch (strikt; streng; unerbittlich; gerade; genau; gewissenhaft)
-
gebieterisch
imperativo-
imperativo bijvoeglijk naamwoord
-
-
gebieterisch (herrschsüchtig; herrisch)
prevaleciente; autoritario; imperativo; predominante; dominante; imperioso; perentorio; despótico-
prevaleciente bijvoeglijk naamwoord
-
autoritario bijvoeglijk naamwoord
-
imperativo bijvoeglijk naamwoord
-
predominante bijvoeglijk naamwoord
-
dominante bijvoeglijk naamwoord
-
imperioso bijvoeglijk naamwoord
-
perentorio bijvoeglijk naamwoord
-
despótico bijvoeglijk naamwoord
-