Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gebürtig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gebürtig (Duits) in het Spaans

gebürtig:

gebürtig bijvoeglijk naamwoord

  1. gebürtig (geboren; geschaffen; gemacht; erschaffen; kreiert)
    nacido
    • nacido bijvoeglijk naamwoord
  2. gebürtig
    de nacimiento

Vertaal Matrix voor gebürtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de nacimiento gebürtig
nacido erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert geboren; zur Welt gekommen

Synoniemen voor "gebürtig":


Wiktionary: gebürtig

gebürtig
adjective
  1. in einem Ort geboren, von einem Ort, einer Gegend oder Land stammend

Cross Translation:
FromToVia
gebürtig natal native — belonging to one by birth
gebürtig indígena native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning