Duits
Uitgebreide vertaling voor fetten (Duits) in het Spaans
fetten:
-
fetten (abschmieren; schmieren; ölen; einschmieren; einfetten)
aceitar; lubricar; engrasar; encebar; lubrificar-
aceitar werkwoord
-
lubricar werkwoord
-
engrasar werkwoord
-
encebar werkwoord
-
lubrificar werkwoord
-
-
fetten (abfahren; abreisen; losfahren; ausfahren; schmieren; wegfahren; wegreisen; ölen; aufbrechen; einfetten; einschiffen; fortreisen; fortfahren; einschmieren)
salir; marcharse; irse de viaje; irse-
salir werkwoord
-
marcharse werkwoord
-
irse de viaje werkwoord
-
irse werkwoord
-
-
fetten (ölen; schmieren; einschmieren; einfetten; einreiben; abschmieren)
engrasar; lubricar; aceitar; lubrificar-
engrasar werkwoord
-
lubricar werkwoord
-
aceitar werkwoord
-
lubrificar werkwoord
-
Conjugations for fetten:
Präsens
- fette
- fettest
- fettet
- fetten
- fettet
- fetten
Imperfekt
- fettete
- fettetest
- fettete
- fetteten
- fettetet
- fetteten
Perfekt
- habe gefettet
- hast gefettet
- hat gefettet
- haben gefettet
- habt gefettet
- haben gefettet
1. Konjunktiv [1]
- fette
- fettest
- fette
- fetten
- fettet
- fetten
2. Konjunktiv
- fettete
- fettetest
- fettete
- fetteten
- fettetet
- fetteten
Futur 1
- werde fetten
- wirst fetten
- wird fetten
- werden fetten
- werdet fetten
- werden fetten
1. Konjunktiv [2]
- würde fetten
- würdest fetten
- würde fetten
- würden fetten
- würdet fetten
- würden fetten
Diverses
- fette!
- fettet!
- fetten Sie!
- gefettet
- fettend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor fetten:
Synoniemen voor "fetten":
Computer vertaling door derden: