Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal fechten

Vertaal fechten van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. fechten:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor fechten (Duits) in het Spaans

fechten:

fechten werkwoord (fechte, fechtest, fechtet, focht, fochtet, gefochten)

  1. fechten (kämpfen; streiten)
    combatir; librar una batalla; luchar; pelear
  2. fechten
    practicar la esgrima; esgrimir
  3. fechten (scharmützeln; kämpfen)
    escaramucear
  4. fechten (bekämpfen; bestreiten; kämpfen; schlagen; streiten)
    combatir; batirse; luchar; pelearse; luchar contra; pelear

Conjugations for fechten:

Präsens
  1. fechte
  2. fechtest
  3. fechtet
  4. fechten
  5. fechtet
  6. fechten
Imperfekt
  1. focht
  2. fochtest
  3. focht
  4. fochten
  5. fochtet
  6. fochten
Perfekt
  1. habe gefochten
  2. hast gefochten
  3. hat gefochten
  4. haben gefochten
  5. habt gefochten
  6. haben gefochten
1. Konjunktiv [1]
  1. fechte
  2. fechtest
  3. fechte
  4. fechten
  5. fechtet
  6. fechten
2. Konjunktiv
  1. föchte
  2. föchtest
  3. föchte
  4. föchten
  5. föchtet
  6. föchten
Futur 1
  1. werde fechten
  2. wirst fechten
  3. wird fechten
  4. werden fechten
  5. werdet fechten
  6. werden fechten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde fechten
  2. würdest fechten
  3. würde fechten
  4. würden fechten
  5. würdet fechten
  6. würden fechten
Diverses
  1. fechte!
  2. fechtet!
  3. fechten Sie!
  5. gefochten
  6. fechtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor fechten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luchar Kämpfen; Streiten
pelearse Streiten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
batirse bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten balgen; bekämpfen; bestreiten; kämpfen; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich prügeln; sich raufen; streiten
combatir bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten balgen; bekämpfen; bestreiten; kämpfen; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich raufen; streiten
escaramucear fechten; kämpfen; scharmützeln
esgrimir fechten schweifen
librar una batalla fechten; kämpfen; streiten
luchar bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten balgen; bekämpfen; bestreiten; drehen; drücken; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schlagen; schwingen; sich duellieren; sich keilen; sich raufen; streiten; winden; wringen
luchar contra bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten ankämpfen; balgen; bekämpfen; bestreiten; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich raufen; streiten
pelear bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten balgen; bekämpfen; bestreiten; drehen; drücken; keifen; klemmen; kämpfen; mit jemandem ringen; ringen; schelten; schimpfen; schlagen; schwingen; sich duellieren; sich keilen; sich prügeln; sich raufen; sichstreiten; sichzanken; streiten; winden; wringen; zanken
pelearse bekämpfen; bestreiten; fechten; kämpfen; schlagen; streiten ausschimpfen; balgen; bekämpfen; beschimpfen; bestreiten; meckern; schelten; schimpfen; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich raufen; streiten; wettern
practicar la esgrima fechten

Synoniemen voor "fechten":


Wiktionary: fechten

Cross Translation:
FromToVia
• fechten → pelear; luchar ↔ fight — to contend in physical conflict
• fechten → luchar; pelear ↔ knokken — vechten

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0403 seconde
Page rendered in 1.0 seconds