Duits
Uitgebreide vertaling voor familiär (Duits) in het Spaans
familiär:
-
familiär (bekannt; zuverlässig; solide; glaubwürdig; glaubhaft; gewohnt; solvabel)
conocido; familiar; abonado; confianzudo-
conocido bijvoeglijk naamwoord
-
familiar bijvoeglijk naamwoord
-
abonado bijvoeglijk naamwoord
-
confianzudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiär (bekannt)
familiar; informal; confianzudo-
familiar bijvoeglijk naamwoord
-
informal bijvoeglijk naamwoord
-
confianzudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiär (vertraulich)
Vertaal Matrix voor familiär:
Synoniemen voor "familiär":
Computer vertaling door derden: